Small grants funds bieden een effectieve, alternatieve manier om geld van grote financiers terecht te laten komen bij lokale groepen en organisaties die wereldwijd werken aan een duurzame en rechtvaardige samenleving.
Vorige week stuurde minister Ploumen een brief naar de Tweede Kamer over hoe zij de samenwerking met het 'maatschappelijk middenveld' na 2015 voor zich ziet. Vandaag reageerde de Fair, Green and Global Alliantie (FGG) op die brief. De FGG, het samenwerkingsverband van Both ENDS, ActionAid, Clean Clothes Campaign, Milieudefensie (Friends of the Earth Netherlands), SOMO en Transnational Institute, ziet weliswaar positieve punten in de brief van minister Ploumen, maar heeft ook kritiek. De brief wordt donderdag 17 oktober van besproken in het Algemeen Overleg van de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Kleinschalige adaptatiemaatregelen in ontwikkelingslanden zijn vaak moeilijk van de grond te krijgen omdat overheden, ontwikkelingsbanken en donoren over het algemeen liever grotere projecten financieren. Eén groot project is overzichtelijker en zichtbaarder dan tien kleine. Toch is het uitermate belangrijk dat juist die kleinschalige initiatieven - gebaseerd op kennis en behoeften van lokale gemeenschappen- ondersteund worden. Hoe kun je ervoor zorgen dat dit soort - vaak zeer effectieve - lokale projecten de weg vinden naar de juiste fondsen en omgekeerd?
“Dit is een keerpunt in mondiaal waterbeheer”, zegt Both ENDS collega Tobias Schmitz, die in Geneve is voor een VN vergadering over de toekomst van waterbeheer. Op de bijeenkomst wordt gepraat over de wereld na 2015, als de Millennium Ontwikkelingsdoelen zijn afgelopen. En dan vooral over het beheer van water als hulpbron en het beheer van afvalwater. Wij vroegen Tobias waarom hij erbij is en wat er voor hem belangrijk is tijdens de bijeenkomst.