Onlangs waren we met een groep collega's in het voedselbos Ketelbroek, een project van Voedselbos-pionier Wouter van Eck en onze eigen Pieter Jansen. Wat een prachtige plek! Gelegen tussen akkers met raaigras, bieten of aardappels, is het Voedselbos een groene oase. Het gezang van de vogels is alom aanwezig en er zoemt en fladdert van alles rond. Ook hazen, dassen, vossen en wilde zwijnen komen er regelmatig op bezoek. En niet te vergeten: bevers.
De vereniging van Saramakaanse Gezagdragers (VSG) is een organisatie die dorpshoofden uit 61 Saramakadorpen in Suriname verenigt om te strijden tegen grootschalige schending van landrechten. Het gebied van de Saramaka wordt bedreigd door mijnbouw- en boskapbedrijven en de Surinaamse overheid doet daar weinig tot niets aan. VSG voert actie voor bescherming van het land en het slagvaardiger maken van de bevolking. Wij spraken Hugo Jabini van VSG over zijn verwachtingen van Rio+20.
Ongeveer één op de zes mensen, met name vrouwen, is direct afhankelijk van bossen voor hun levens en levensonderhoud, en dan vooral met betrekking tot voedsel. Dit laat zien hoe belangrijk bossen en niet-houten bosproducten (Non-Timber Forest Products / NTFP's) zijn voor de veerkracht van gemeenschappen. Deze producten zijn voor hen een bron van voedsel, water en inkomsten, maar hebben ook een culturele en spirituele betekenis.
-Dit is een gezamenlijk persbericht van Both ENDS, Keruan, SAVE Rivers Network, Bruno Manser Fonds en The Borneo Project-
Nederland is de grootste importeur van kozijnhout uit Maleisië. Al decennia protesteert en klaagt de lokale inheemse bevolking, gesteund door belangenorganisaties, over misstanden bij de houtkap, die bos verwoest en mensenrechten schendt. Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur & Waterstraat heeft een onafhankelijke expertgroep vorig jaar een kort onderzoek -op afstand- laten doen. Dit onderzoek is onlangs vrijgegeven en gedeeld met de advocaat van de belangenorganisaties. Daaruit blijkt dat de zorgen van de lokale bevolking mogelijk terecht zijn. De staatsecretaris gaat nu akkoord met een uitgebreider internationaal onderzoek en veldbezoek. Dat stemt de betrokkenen hoopvol. Ondertussen gaat de houtkap in Maleisië wel door, evenals de het bouwen met dit controversiële hout in Nederland.
Zwijgen zegt soms meer dan duizend woorden. Wanneer collega's van onze partnerorganisaties ons hun verhaal vertellen*, dan is onze reactie vaak: stilte. Bedrukte stilte.
Ongeveer één op de zes mensen, met name vrouwen, is direct afhankelijk van bossen voor hun levens en levensonderhoud, en dan vooral met betrekking tot voedsel. Dit laat zien hoe belangrijk bossen en niet-houten bosproducten (Non-Timber Forest Products / NTFP's) zijn voor de veerkracht van gemeenschappen. Deze producten zijn voor hen een bron van voedsel, water en inkomsten, maar hebben ook een culturele en spirituele betekenis.
Inheemse volken in Paraguay zien zich bij hun pogingen de grond van hun voorouders terug te vorderen, gedwarsboomd door Duitse investeerders. In Indonesië zijn Amerikaanse mijnbouwbedrijven erin geslaagd nieuwe wetgeving ongedaan te maken die bedoeld was om de economische ontwikkeling van het land te stimuleren en de bossen te beschermen. Dat is de impact die investeringsverdragen kunnen hebben op de ontwikkeling en rechten van de bevolking op sociaal, milieu- en economisch gebied. Waarom? Vooral vanwege zogenaamde 'Investor-to-State Dispute Settlement'-clausules die vaak zijn opgenomen in dit soort verdragen.
Recent onderzoek van Profundo, in opdracht van Both ENDS en Oxfam Novib toont aan dat investeren in agroecologie noodzakelijk is voor een duurzaam en inclusief wereldwijd voedselsysteem. Vandaag de dag hebben zo'n 768 miljoen – een op de tien - mensen dagelijks te maken met honger of ernstig tekort aan voedsel. Conflicten, economische stilstand veroorzaakt door de coronapandemie, en de klimaatcrisis vormen een directe bedreiging voor voldoende productie van en toegang tot voedzaam voedsel. Agro-ecologie, een vorm van landbouw die kleinschalige boeren, natuur en korte ketens centraal stelt in voedselproductie, maakt gemeenschappen in ontwikkelende landen weerbaarder en helpt hen honger terug te dringen. De steun voor agroecologie van grote donoren, waaronder Nederland, is echter tot nu toe ondermaats, concludeert het onderzoek.