Het buitenlandse handelsbeleid van de Europese Unie (EU) heeft veel gevolgen voor de duurzaamheid van voedselsystemen in ontwikkelingslanden en specifiek voor boeren, veehouders en burgers. De EU dringt op allerlei manieren aan op stevige intellectuele eigendomsrechten op planten en dat heeft impact op voedselsystemen vanaf de basis, namelijk vanaf de zaden die beschikbaar zijn voor boeren om te verbouwen. Binnen de set van intellectuele eigendomsrechten is het belangrijkste instrument dat wordt bepleit door de Europese autoriteiten, de wet van 1991 van het UPOV-verdrag. Dat verdrag verleent exclusieve rechten aan kwekers op het teeltmateriaal van nieuwe plantenrassen, terwijl de rechten van anderen om het materiaal te gebruiken voor verdere veredeling en de rechten van boeren om hun zaden vrijelijk te bewaren, te gebruiken, te ruilen en te verkopen, juist ernstig worden ingeperkt.
Recent onderzoek van Profundo, in opdracht van Both ENDS en Oxfam Novib toont aan dat investeren in agroecologie noodzakelijk is voor een duurzaam en inclusief wereldwijd voedselsysteem. Vandaag de dag hebben zo'n 768 miljoen – een op de tien - mensen dagelijks te maken met honger of ernstig tekort aan voedsel. Conflicten, economische stilstand veroorzaakt door de coronapandemie, en de klimaatcrisis vormen een directe bedreiging voor voldoende productie van en toegang tot voedzaam voedsel. Agro-ecologie, een vorm van landbouw die kleinschalige boeren, natuur en korte ketens centraal stelt in voedselproductie, maakt gemeenschappen in ontwikkelende landen weerbaarder en helpt hen honger terug te dringen. De steun voor agroecologie van grote donoren, waaronder Nederland, is echter tot nu toe ondermaats, concludeert het onderzoek.
In de Noordoostelijke punt van de Flevopolder bevindt zich landgoed Roggebotstaete. Een levendige oase van natuur en biodiversiteit, ontstaan door menselijke arbeid. Ooit was het de boomkwekerij van de Rijksdienst, maar sinds het in 2012 werd geschonken aan Stichting Roggebotstaete Landgoed hebben zich er allerlei nieuwe initiatieven ontwikkeld rond het thema 'eetbare natuur'. Both ENDS startte vanuit haar toenmalige Rich Forests- programma in 2015 samen met Roggebotstaete een voedselbos op het landgoed. Lennard Duijvestijn, de aanjager van het landgoed, vertelt ons over zijn passie voor het landgoed, het unieke van voedselbossen en zijn hoop voor de toekomst, om te beginnen die van Flevoland.
De nood is hoog in de zuidwestelijke delta van Bangladesh. Door de stijgende zeespiegel nemen overstromingen toe en dreigt het gebied onbewoonbaar te worden, ondanks de op Nederlandse leest geschoeide dijken en polders uit de vorige eeuw. Partnerorganisatie Uttaran werkt met lokale gemeenschappen aan klimaatbestendige oplossingen die de leefomgeving herstellen en de bewoners voorzien van zeggenschap over hun toekomst en voedselproductie.
De boeren in de regio Sertão do Araripe in de deelstaat Pernambuco zijn slim. De kleinschalige boerenfamilies weten dat duurzaam levensonderhoud op de vruchtbare maar kwetsbare bodem van de Sertão alleen mogelijk is als zij goed omgaan met hun natuurlijke omgeving. Hun uitgangspunt is verantwoorde landbouw, waarbij zij elke druppel beschikbaar water optimaal benutten, natuurlijke meststoffen en ongediertebestrijding zorgvuldig inzetten en pleiten voor beleid en wetten die behoud van natuurlijke hulpbronnen stimuleren in plaats van de uitputting. De organisatie CAATINGA helpt deze boeren om te gaan met de uitdagende omstandigheden.
Na vele jaren op internationale platforms zoals de VN te hebben gepleit voor goed milieubeleid, vroeg de Keniaanse Violet Matiru zich af: "Wat voor invloed heeft al dit lobbyen op onze gemeenschappen? Hoe helpt dit de moeders die nog steeds worstelen met het halen van water en die nog steeds koken op houtkachels?" Dat was de aanleiding voor haar en haar collega's om MCDI Kenia (Millennium Community Development Initiatives) op te richten en om samen te gaan werken met lokale gemeenschappen. Wij praatten met haar over de historische en huidige machtsverschillen in waterbeheer en over haar inspanningen om het waterbeheer in het stroomgebied van de Athi, dat zich uitstrekt van het gebied stroomopwaarts van Nairobi naar de Indische Oceaan, te verbeteren.
Ongeveer 75% van de Kenianen verdient hun gehele inkomen of een deel daarvan uit de agrarische sector, dit staat gelijk aan 33% van het bruto binnenlands product (bbp) van het land. Toch is de landbouwproductiviteit de afgelopen jaren gestagneerd. Er zijn verschillende factoren die aan deze lage landbouwproductiviteit hebben bijgedragen aan deze lage, waaronder een algemene afname in bodemvruchtbaarheid vanwege de constante opname van voedingsstoffen door gewassen; slechte landbouwmethoden; bodemdegradatie en het overmatige/verkeerde gebruik van kunstmatige meststoffen die de bodem verzuren. De oplossing voor deze problemen is: Agro-ecologie.
In tijden van ontbossing, aantasting van ecosystemen en klimaatverandering, hebben plattelandsgemeenschappen het vaak moeilijk om op een gezonde en autonome manier in hun levensonderhoud te voorzien. Een van de oplossingen om hun problemen te bestrijden is Analog Forestry, een duurzame praktijk die bevorderd en uitgevoerd wordt door veel partners van Both ENDS. Wat zijn de voordelen van deze methode? Carolina Sorzano Lopez*, een Analog Forestry-trainer uit Colombia die is aangesloten bij het International Analog Forestry Network (IAFN), en Luz Marina Valle*, een lokale promotora van Analog Forestry in haar gemeenschap El Jocote in het noorden van Nicaragua, leggen het ons uit.