Deze week komen meer dan dertig afgevaardigden van organisaties uit alle hoeken van de wereld naar Amsterdam. Wat hebben ze met elkaar gemeen en waarom gaan ze elkaar ontmoeten? Ze werken allemaal in hun eigen context aan duurzame ontwikkeling, milieu, de bescherming van mensenrechten of specifiek op het thema gendergelijkheid en vrouwenrechten. En ze zijn allemaal op de een of andere manier gelinkt aan de drie organisaties die met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken samenwerken in ‘GAGGA’, de Global Alliance for Green and Gender Action.
Water is leven, letterlijk. Het is een essentieel onderdeel van ecosystemen, van de natuur, van de mens. Op veel plaatsen in de wereld wordt water echter oneerlijk en niet duurzaam verdeeld en gebruikt. Waterbeheer is doorgaans gericht op economische belangen op de korte termijn, op het maximaliseren van de winst van een handjevol welgestelden ten koste van mens en natuur. Deze dominante benadering van water en waterbeheer vindt haar oorsprong in de Europese industriële revolutie, en is via kolonialisme en globalisering wereldwijd de norm geworden. Maar volgens Melvin van der Veen en Murtah Shannon, waterexperts bij Both ENDS, zal deze benadering plaats moeten maken voor rechtvaardige, duurzame en inclusieve vorm van waterbeheer. Both ENDS werkt over de hele wereld samen met gemeenschappen en organisaties die zich hiervoor inzetten en ondersteunt deze.
In de delta's van Bangladesh, die erg overstromingsgevoelig zijn, zetten mensen al generaties lang hun natuurlijke omgeving naar hun hand om landbouwproductie mogelijk te maken. Gedurende het grootste deel van het jaar werd door middel van tijdelijke ophogingen het getijdewater uit de uiterwaarden gehouden. Tijdens het regenseizoen mochten de rivieren vrijelijk stromen, waarbij het sediment zich op de uiterwaarden kon afzetten - dit was een belangrijk onderdeel van het deltavormingsproces.
Na een drukke week vol side-events, gesprekken, onderhandelingen én corona, zijn onze collega's Daan en Niels weer terug op kantoor in Utrecht. Samen blikken ze terug op hun ervaringen en successen tijdens de klimaattop COP27 in Egypte.
De productie van palmolie wordt vaak in verband gebracht met landroof, mensenrechtenschendingen, grootschalige monoculturen en ernstige milieuschade. Over goede voorbeelden in de palmoliesector hoor je weinig, maar gelukkig zijn ze er wel. Bedrijven zoals Musim Mas en Bumitama in Indonesië zijn voorlopers in de overgang naar een meer duurzame en sociaal verantwoordelijke palmolieproductie. Onlangs was mevrouw Lim Sian Choo, hoofd maatschappelijk verantwoord ondernemen van Bumitama, in Nederland voor een informeel overleg met AidEnvironment en Both ENDS. Hierbij waren ook vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, andere NGO's en de overheid aanwezig om te leren van de stappen die Bumitama heeft genomen om duurzaam te worden.
De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en het Finse FinnFund hebben deze week aangegeven dat ze 'op zoek gaan naar een verantwoordelijke en juridische manier om zich definitief terug te trekken uit het Agua Zarca-project in Honduras'. Vorige week werd bekend dat vier verdachten zijn opgepakt in de zaak rondom de moord op de mensenrechtenactivist Berta Cáceres, die zich al jaren verzette tegen dat project. Eén van de arrestanten is de 'manager for social and environmental affairs' van Desa, het bedrijf dat het Agua Zarca-project uitvoert. Omdat het bedrijf de directe klant van FMO en FinnFund is, is de arrestatie voor de banken reden om zich te bezinnen op maatregelen.
De VS lopen niet altijd in de voorhoede als het gaat om bescherming van mensenrechten en milieu in ontwikkelingslanden, maar soms wel. Nederland heeft zich kortgeleden aangesloten bij het ‘klimaatinitiatief’ van President Obama, waarin wordt aangestuurd op het stopzetten van het financieren van kolencentrales met publiek geld. Maar de VS gaan veel verder dan dat: Amerikaanse bewindvoerders bij internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank moeten volgens de ‘Appropriations Bill’ tegen projecten stemmen die grote dammen, industriële houtkap of mijnbouwprojecten in tropische bossen steunen. Wij roepen Minister Ploumen op om ook dit deel van de Amerikaanse wetgeving te volgen!
De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO heeft voordat ze een lening van 25 miljoen dollar verstrekte voor de bouw van de Barro Blanco dam in Panama, niet genoeg rekening gehouden met de rechten van de lokale bevolking en de effecten op het milieu. Daarmee heeft de bank gehandeld in strijd met haar eigen richtlijnen. Dat blijkt uit het langverwachte rapport van het onafhankelijke klachtenmechanisme van FMO en de Duitse ontwikkelingsbank DEG l dat afgelopen vrijdag verscheen. Dit rapport werd gepubliceerd naar aanleiding van een klacht die in mei 2014 was ingediend door de M-10, die de getroffen inheemse Ngöbe gemeenschap vertegenwoordigt. Both ENDS steunt de M-10 al jaren in hun