Vorige week werd in Brussel het Alternative Trade Mandate (ATM) officieel gelanceerd. Het ATM is een alliantie van meer dan 50 organisaties uit heel Europa die een reactie geven op het huidige Europese handels- en investeringsbeleid. Zoals de naam al aangeeft brengt het ATM ook een alternatief: een eerlijker en duurzamer beleid waarbij respect voor mens, milieu en democratie centraal staan. Een handelsbeleid waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van onder andere vakbonden, boeren, activisten op het gebied van milieu en mensenrechten, en netwerken die zich inzetten voor fair trade. Met de Europese verkiezingen in zicht wordt er momenteel door heel Europa actief campagne gevoerd om het Alternative Trade Mandate onder de aandacht te brengen bij organisaties, het publiek en parlementsleden. SOMO, TNI en Both ENDS, verenigd in de Fair, Green and Global alliantie, sluiten zich hierbij aan door campagne te voeren in Nederland.
12 maatschappelijke organisaties, waaronder Both ENDS, roepen de Tweede Kamer, de ministers Jetten en Schreinemacher en minister-president Rutte op om uit het Energiehandvestverdrag (Energy Charter Treaty / ECT) te stappen. Dit verdrag beschermt de investeringen van multinationals en stelt hen in staat om miljoenenclaims in te dienen als overheden klimaatmaatregelen nemen die hun investeringen kunnen schaden. Daarmee staat het verdrag het behalen van de klimaatdoelen van Parijs in de weg.
De Europese Commissie staat op het punt om belangrijke beslissingen te nemen over de toekomst van zogenaamde BIT's (Bilateral Investment Treaties). Deze internationale verdragen zijn bedoeld om bedrijven die investeren in het buitenland, te beschermen. Ze zijn bindend, maar dreigen daarom vaak de sociale en milieuwetgeving te ondermijnen die de landen waar geïnvesteerd wordt zouden willen toepassen. Op 3 maart stemt het Europees Parlement over de hervorming van dit beleid.
Vandaag, 15 april, schuift minister Ploumen aan bij de vooraarsvergadering van de Wereldbank. Nederland is aandeelhouder in de Wereldbank en heeft dus een stem in de besluitvorming. Op dit moment hebben projecten van de Wereldbank maar al te vaak desastreuze gevolgen voor de mensen die wonen in de gebieden waar die projecten worden uitgevoerd. Pieter Jansen van Both ENDS werkt nauw samen met mensen die dit aan den lijve ondervinden en pleit er samen met hen bij zowel de Wereldbank als de Nederlandse regering voor dat projecten van de Bank moeten voldoen aan strengere regels, zodat mensenrechten en het milieu worden beschermd.
Het Klimaatverdrag van Parijs stelt dat de opwarming van de aarde beperkt moet blijven tot maximaal 2 - liefst 1,5 - graden Celsius. Om dat te bereiken moeten in elk geval alle bewezen fossiele reserves in de grond blijven. Tussen 2012 en 2015 ondersteunde de Nederlandse overheid echter via Atradius DSB voor € 7,3 miljard, fossielgerelateerde exportprojecten met verzekeringen en garanties. Dat is twee derde van de totale waarde die Atradius DSB in die periode verzekerde. Niets wijst er op dat de overheid deze ondersteuning inmiddels in lijn heeft gebracht met het klimaatakkoord. Dat blijkt uit een rapport dat vandaag is uitgebracht door Both ENDS.
Vrijdag 20 november 2009; 17u30 - 19u30; Het Nutshuis in Den Haag
De wereld probeert in december een nieuw mondiaal klimaatverdrag tot stand te brengen om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan. De Europese Unie zegt grote ambities te hebben voor deze klimaattop in Kopenhagen. Maar de realiteit is dat de EU slechts voorwaardelijke doelstellingen stelt voor CO2 reductie binnen de eigen grenzen. Ook zijn er nauwelijks fondsen beschikbaar voor ontwikkelingslanden, waardoor deze niet adequaat kunnen inspelen op de huidige gevolgen van klimaatverandering. Daarbij opgeteld dat klimaat-onvriendelijke investeringen in bijv. grootschalige dammen of energieslurpende industrieën nog altijd op steun van de Europese Investeringsbank (EIB) kunnen rekenen, concluderen we dat het EU klimaatbeleid tegenstrijdigheden bevat. Hoe kan de EU zorgen voor een klimaatbestendiger en coherent beleid, en welke rol kan Nederland daarin spelen?
Deze week komen meer dan dertig afgevaardigden van organisaties uit alle hoeken van de wereld naar Amsterdam. Wat hebben ze met elkaar gemeen en waarom gaan ze elkaar ontmoeten? Ze werken allemaal in hun eigen context aan duurzame ontwikkeling, milieu, de bescherming van mensenrechten of specifiek op het thema gendergelijkheid en vrouwenrechten. En ze zijn allemaal op de een of andere manier gelinkt aan de drie organisaties die met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken samenwerken in ‘GAGGA’, de Global Alliance for Green and Gender Action.