Indonesië: hoe economische ontwikkeling en de bescherming van bossen wordt gedwarsboomd door ISDS
In Indonesië zijn Amerikaanse mijnbouwbedrijven erin geslaagd nieuwe wetgeving ongedaan te maken die bedoeld was om de economische ontwikkeling van het land te stimuleren en de bossen te beschermen. Dat is de impact die investeringsverdragen kunnen hebben op de ontwikkeling en rechten van de bevolking op sociaal, milieu- en economisch gebied. Waarom? Vooral vanwege zogenaamde ‘Investor-to-State Dispute Settlement’-clausules die vaak zijn opgenomen in dit soort verdragen.
De natuurlijke rijkdommen van lage-inkomenslanden zijn vaak van groot belang voor hun belastingopbrengsten, inkomsten en voor de armoedebestrijding. De ontginning en verwerking van grondstoffen leveren werkgelegenheid op en daar zijn veel armen op aangewezen voor hun levensonderhoud. Goed beleid is dan ook noodzakelijk om te zorgen de bodemschatten bijdragen aan de economische ontwikkeling van een land. Ten eerste moet het beleid waarborgen dat de landen met de bodemschatten eerlijk meedelen in de opbrengsten van de ontginning, en voorkomen dat de winst via de mijnbouwbedrijven volledig naar het buitenland vloeit. Ten tweede staan overheden voor de taak een strategisch industrieel plan te implementeren om te ontsnappen aan de zogenaamde 'dependency curse' (de vloek van afhankelijkheid), waarmee de winning en export van onbewerkte grondstoffen vaak gepaard gaan.
Net als in veel andere landen grijpen buitenlandse bedrijven ook in Indonesië investeringsovereenkomsten met een ISDS-clausule aan om juist deze twee verantwoordelijkheden van de overheid te frustreren. ISDS is namelijk een krachtig instrument gebleken om milieubeschermingswetten aan te vechten en te beletten dat de de landen waar de grondstoffen gewonnen worden delen in de winsten uit die grondstofwinning.
In 1999 nam de Indonesische regering een nieuwe bosbouwwet aan (4/1999). De oude wet uit 1967 draaide voornamelijk om de houtkap, maar in de nieuwe wet, werd voor het eerst aandacht besteed aan het behoud van de bossen. Vanwege de verwoestende effecten van de mijnbouwactiviteiten voor het milieu, werd dagbouw (open mijnbouw) verboden in beschermde bosgebieden. Internationale mijnbouwbedrijven die al actief waren in beschermde gebieden bombardeerden de Indonesische regering vervolgens met juridische dreigementen en claimden grote schadevergoedingen. De regering zwakte de wet daarom af en stond toe dat de bedrijven met contracten van vóór 1999 hun dagbouwactiviteiten in de beschermde bieden zouden voortzetten.
Indonesische overheid hoopte banen te creëren voor eigen bevolking
Tien jaar later deed zich iets vergelijkbaars voor. De regering nam de Minerale en Steenkoolmijnbouwwet (4/2009) aan met het doel de minder afhankelijk te worden van de export van grondstoffen. Daartoe zou de ontwikkeling van een nationale verwerkingsindustrie voor natuurlijke rijkdommen worden gestimuleerd. De nieuwe wet verplichtte alle houders van mijnvergunningen binnen 5 jaar minerale raffinaderijen te bouwen. Door de mijnbouwbedrijven te dwingen mineralen op Indonesische bodem te raffineren en te verwerken, hoopte de regering de Indonesische inkomsten uit de extractieve industrie te vergroten en werkgelegenheid te creëren voor de Indonesische bevolking.
In december 2013 werd meer regels vastgelegd voor het verwerken van mijnbouwproducten voorafgaand aan de export. De minister van Financiën schatte dat de staatsinkomsten daarmee binnen twee jaar van US $ 4,9 miljard zouden oplopen naar US $ 9 miljard. Een maand later kwam de regering echter al met twee wetswijzigingen die de verplichtingen voor de mijnbouwbedrijven aanzienlijk verminderden. De ondergrens voor de minerale concentratie voor de export werd verlaagd (voor ijzererts bijvoorbeeld van 90% naar 58%) en de verplichting om minerale verwerkingsfaciliteiten te bouwen werd opgeschort.
Buitenlandse mijnbedrijven dreigen met claim tegen Indonesië
Deze amendementen volgden na de intensieve lobby van twee mijnbouwbedrijven: Freeport Indonesia en Newmont Mining Corporation*. De eerste is actief in de oostelijkste provincie Papoea en een dochtermaatschappij van de Amerikaanse Freeport-McMoRan Inc. De tweede is in Indonesië goed voor circa 300.000 ton koperconcentraat per jaar. Toch vonden de internationale zwaargewichten de amendementen nog niet ver genoeg gaan. In 2014 spande Newmont bij het International Centre for the Settlement of Investment Disputes een zaak aan tegen Indonesië. Newmont stelde dat de plannen van de regering in strijd zouden zijn met de BIT tussen Nederland en Indonesië. Nederland kwam in beeld omdat Newmont daar een brievenbusfirma had opgezet, zodat het ISDS kon inzetten tegen landen waarmee Nederland een BIT heeft. De Nederlandse BIT's gelden als de meest investeerdersvriendelijke verdragen ter wereld. Daar wordt via dergelijke brievenbusfirma's vaak misbruik van gemaakt door buitenlandse bedrijven en vermogende particulieren.
Op 25 augustus 2014 trok Newmont de vordering in, al moest daar nog wel een regeling met de Indonesische regering aan te pas komen met speciale ontheffingen van de mijnwet uit 2009. De voorwaarden van de regeling zijn niet bekendgemaakt, maar de uitvoerheffingen die Newmont moet betalen zijn naar verluidt verlaagd van 25% naar 7,5%. In plaats van zich aan het doel van de wet van 2009 te houden en alle export van ruwe en slechts gedeeltelijk bewerkte grondstoffen uit te bannen, vaardigde de Indonesische regering in 2017 een regeling uit die tot op de dag van vandaag de export van gedeeltelijk bewerkte mineralen toestaat – volledig ten gunste van de mijnbouwgiganten.
Deze zaak werd uitgelicht als onderdeel van de campagne week voor
'Geen VIP-rechten voor multinaltionals - kies voor mens en milieu! (14-18 oktober 2019)
Achtergrond van de 'Geen VIP-rechten voor multinationals'-campagne
Meer informatie:
Indonesia for Global Justice (IGJ) bracht in oktober 2019 in samenwerking met Transnational Institute, Both ENDS en SOMO de volgende publicatie uit:
Lees meer over dit onderwerp
-
Dossier /
Geen VIP-rechten voor multinationals: Kies voor mens en milieu!
Inheemse volken in Paraguay zien zich bij hun pogingen de grond van hun voorouders terug te vorderen, gedwarsboomd door Duitse investeerders. In Indonesië zijn Amerikaanse mijnbouwbedrijven erin geslaagd nieuwe wetgeving ongedaan te maken die bedoeld was om de economische ontwikkeling van het land te stimuleren en de bossen te beschermen. Dat is de impact die investeringsverdragen kunnen hebben op de ontwikkeling en rechten van de bevolking op sociaal, milieu- en economisch gebied. Waarom? Vooral vanwege zogenaamde 'Investor-to-State Dispute Settlement'-clausules die vaak zijn opgenomen in dit soort verdragen.
-
Dossier /
Investeringsverdragen
Investeringsverdragen moeten inclusief en duurzaam en gelijkwaardig zijn. Dat betekent dat de belangen van mensen en hun leefomgeving niet ondergeschikt zouden moeten zijn aan die van bedrijven.
-
Publicatie / 7 juli 2022
-
Publicatie / 23 mei 2023
-
Voor de pers / 9 februari 2020
PERSBERICHT Open brief van organisaties uit de hele wereld: Teken CETA niet
Amsterdam, 10 februari 2020 – Ruim 70 organisaties uit de hele wereld vragen het parlement in Den Haag om geen handtekening te zetten onder handelsverdrag CETA tussen de Europese Unie en Canada. Dat doen ze in een open brief aan de Tweede Kamer. Milieudefensie en Both ENDS ondersteunen die oproep.
-
Nieuws / 26 juni 2020
630 maatschappelijke organisaties luiden noodklok over mogelijke golf van Covid19-claims
Landen kunnen te maken krijgen met een golf van claims van multinationals die regeringen aanklagen wegens genomen maatregelen om de Covid-pandemie het hoofd te bieden. Ruim 600 organisaties uit meer dan 90 landen riepen daarom deze week hun overheden op om maatregelen te treffen om te voorkomen dat staten hiervoor buiten de rechter om aangeklaagd kunnen worden door bedrijven. De organisaties waarschuwen er ook voor dat advocatenkantoren hun clienten - investeerders en multinationals- reeds actief informeren over de mogelijkheden tot claimen. Ook handelsdeskundigen, VN-organisaties en mensenrechtenexperts voorspellen een golf aan claims.
-
Nieuws / 11 oktober 2019
Paraguay: hoe ISDS aangegrepen werd om landrechten van mensen te schenden
Inheemse volken in Paraguay zien zich bij hun pogingen de grond van hun voorouders terug te vorderen, gedwarsboomd door Duitse investeerders. Dat is de impact die investeringsverdragen kunnen hebben op de ontwikkeling en rechten van de bevolking op sociaal, milieu- en economisch gebied. Waarom? Vooral vanwege zogenaamde 'Investor-to-State Dispute Settlement'-clausules die vaak zijn opgenomen in dit soort verdragen.
-
Nieuws / 26 januari 2017
Niets geleerd van TTIP en CETA in de onderhandelingen over verdrag EU-Indonesië
Van 24 tot en met 28 januari 2017 vond op Bali de tweede onderhandelingsronde plaats over een 'Comprehensive Economic Partnership Agreement' (CEPA) tussen de EU en Indonesië. Het voorgestelde akkoord gaat over liberalisering en deregulering op grote schaal, met mogelijjk enorme gevolgen voor lokale mensen en hun leefomgeving. Maatschappelijke organisaties, inclusief Both ENDS, brachten een verklaring uit waarin ze hun zorgen uiten en waarin ze de onderhandelaren oproepen het proces te stoppen en de mogelijke impact van het verdrag op lokale gemeenschappen en het milieu te onderzoeken.
-
Publicatie / 30 oktober 2023
-
Publicatie / 21 september 2015
-
Voor de pers / 23 mei 2023
Viering 60 jaar investeringsverdragen geen reden voor feestje
Nederland viert op 23 mei 60 jaar bilaterale investeringsverdragen. In 1963 sloot Nederland zijn eerste verdrag met Tunesië. Deze verdragen zouden een belangrijke rol moeten spelen bij het beschermen van buitenlandse investeringen van Nederlandse bedrijven. In de praktijk geven ze multinationals vooral een sterk machtsmiddel in handen met dramatische gevolgen voor mens en milieu wereldwijd, blijkt uit een studie van SOMO, Both ENDS en TNI.
-
Publicatie / 4 april 2019
-
Nieuws / 14 oktober 2016
Vijf andere redenen waarom TTIP een slecht idee is
Zaterdag 22 oktober vindt in Amsterdam een grote demonstratie tegen handelsverdragen TTIP, CETA en TiSA plaats. Both ENDS doet ook mee, omdat wij deze verdragen een heel slecht idee vinden. Niet alleen voor ons in Nederland en Europa, maar juist ook voor ontwikkelingslanden.
-
Publicatie / 12 april 2022
-
Publicatie / 11 januari 2018
-
Nieuws / 19 juni 2018
Organisaties roepen Minister Kaag op om bilateraal investeringsverdrag met Burkina Faso op te zeggen.
Vandaag stuurde Both ENDS een door meerdere maatschappelijke organisaties ondertekende brief aan minister Kaag van Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel, om haar te herinneren aan de deadline voor het opzeggen van het bilaterale handelsverdrag tussen Burkina Faso en Nederland. Het verdrag, dat zeer schadelijk kan zijn voor een arm land als Burkina Faso, zal automatisch worden verlengd voor de komende 15 jaar als het niet vóór 1 juli van dit jaar wordt beëindigd.
-
Publicatie / 10 maart 2016
-
Publicatie / 19 september 2016
-
Brief / 30 juni 2022
Open letter to the European Commission concerning plant variety rights in the Free Trade Agreement with Indonesia
Today, almost 90 organisations and networks from around the world, including Both ENDS, sent a letter to the European Commission to urge the EU to stop including UPOV91 in Free Trade Agreements (FTAs). The main objective of UPOV91 is to further erode traditional seeds rights and to regulate local seed markets in the interest of internationally operating seed companies.
This matter is urgent because currently, the EU and Indonesia are negotiating an FTA. Including UPOV91 in this FTA means that Indonesia will have to change its policies, which will take away the farmers' rights to:
- breed, save and exchange all seeds and other planting material
- participate in decisions concerning seed improvement/ breeding, selection, quality standards, pricing, production, distribution and diversity
- customary practice especially in regard to indigenous seed
- be protected from being sold fake and inappropriate seed
- have a true choice between the use of certified and seed from fellow farmer managed seed systems. -
Brief / 30 juni 2022
Open letter to the Indonesian Government concerning plant variety rights in the Free Trade Agreement with Indonesia
On behalf of almost 90 CSO's and networks including Both ENDS, IGJ has sent a letter to the Indonesian government about the free trade agreement with the European Union. In this agreement, the EU pushes Indonesia to align its plant variety protection laws with UPOV 91, which would threaten farmers' access to seeds, food souvereignty and agrobiodiversity. The main objective of UPOV91 is to further erode traditional seeds rights and to regulate local seed markets in the interest of internationally operating seed companies.Including UPOV91 in this FTA means that Indonesia will have to change its policies, which will take away the farmers' rights to:
- breed, save and exchange all seeds and other planting material
- participate in decisions concerning seed improvement/ breeding, selection, quality standards, pricing, production, distribution and diversity
- customary practice especially in regard to indigenous seed
- be protected from being sold fake and inappropriate seed
- have a true choice between the use of certified and seed from fellow farmer managed seed systemsThe joint organisations therefore call upon the Indonesian government to resist the ask of the EU to comply with UPOV 91.