Twee door Atradius DSB verzekerde projecten in de haven van het Braziliaanse Suape leidden tot grote sociale problemen en milieuschade. Both ENDS helpt de lokale bevolking hun recht te halen.
Vandaag is door twee onafhankelijke experts een juridisch advies uitgebracht over de internationaalrechtelijke verplichtingen van landen en hun exportkredietverzekeraars (EKV's) in relatie tot exportsteun voor fossiele brandstoffen. Volgens dit advies moet de uitstoot van fossiele brandstoffen en daaraan gerelateerde infrastructuur dringend worden verminderd.
"De mangroven stikten, ze snakten naar lucht. Door de gedeeltelijke opening van de dam konden ze eindelijk weer ademen, het was de ademhaling waar de dieren, de vissen in de rivieren, de krabben, de garnalen, oesters allemaal naar snakten."
Aan de kust in het noordoosten van Brazilië vinden sinds 2007 werkzaamheden plaats voor de ontwikkeling en uitbreiding van de haven van Suape. Deze haven is ondermeer bedoeld voor de ondersteuning van de oliewinning voor de lange Braziliaanse kust. De uitbreiding van de haven is controversieel vanwege de desastreuze effecten op de natuur, de rivieren, de mangroven, het zeeleven en de mensen die generaties lang in het gebied wonen. Both ENDS maakt zich, samen met het speciaal opgerichte Fórum Suape, al bijna tien jaar sterk voor de rechten van de lokale gemeenschappen in en rond Suape. Nu is er – letterlijk – een doorbraak. Een omstreden verbindingsdam in de Rio Tatuoa die de mangroven en het leven in het water in het gebied grotendeels om zeep hielp, werd in augustus gedeeltelijk weggehaald. Over wat daaraan vooraf ging en welke veranderingen het gebied sindsdien doormaakte, praten we met Mariana Vidal *, coördinator van projecten bij Fórum Suape.
Exportondersteuning – en vooral die aan fossiele projecten – staat recentelijk flink in de belangstelling. En dat is maar goed ook, want alleen al in Nederland hebben we het over fossiele exportsteun ter waarde van 1,5 miljard euro per jaar. Tijdens de klimaattop in Glasgow lanceerde het Verenigd Koninkrijk een verklaring waarin zij beloven voor het einde van 2022 te stoppen met het verlenen van exportsteun aan fossiele projecten. Na enige aarzeling sloot ook Nederland zich aan bij de verklaring – die inmiddels al door bijna veertig landen en financiële instellingen is getekend.
Julio Bichehe Erneste van de Boerenvakbond Cabo Delgado Mozambique (UPC) sprak tijdens een side-event van COP26 in Glasgow over de negatieve effecten van exportsteun voor fossiele projecten voor de lokale bevolking en hun milieu, en over de noodzaak om juist projecten voor hernieuwbare energie te ondersteunen.
Vandaag werd bekend dat Nederland alsnog aansluit bij een kopgroep van landen, waaronder de Verenigde Staten, Canada en Italië, die in Glasgow op de klimaattop op 4 november verklaarden te zullen stoppen met internationale steun voor fossiele energieprojecten.
Both ENDS heeft hier samen met organisaties in binnen- en buitenland jarenlang op gehamerd, en we zijn dan ook heel erg blij met deze stap. Uiteraard zullen wij de ontwikkelingen blijven volgen.
Op 25 maart jl, een dag na bloedige aanslagen in Noord-Mozambique, besloot de Nederlandse staat tot een exportkredietverzekering ter waarde van 900 miljoen euro voor de activiteiten van baggeraar Van Oord in het land. Het bedrijf voert baggerwerkzaamheden uit in een zeer omstreden gasproject dat volgens Mozambikaanse belangengroepen een belangrijke rol speelt in het escalerende geweld in de regio. Maatschappelijke organisaties Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International en de Mozambikaanse organisaties waarmee zij samenwerken, zijn geschokt over de gang van zaken en roepen de Nederlandse overheid en de Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB ter verantwoording.
Rijke landen, waaronder Nederland, verleenden sinds het ondertekenen van het klimaatakkoord van Parijs bijna 50 keer zoveel exportsteun aan projecten gerelateerd aan fossiele brandstoffen als aan projecten voor schone energie in vier Afrikaanse landen. Dat blijkt uit een onderzoek van vijf milieuorganisaties uit Ghana, Nigeria, Togo en Oeganda in samenwerking met Milieudefensie en Both ENDS. De rijke landen verzekerden via hun exportkredietverzekeraars energieprojecten met een totale waarde van 11 miljard US dollar. De helft van deze exportsteun is gerelateerd aan fossiele brandstoffen. Slechts 1% ging naar duurzame hernieuwbare energie.
De overheid ondersteunt fossiele projecten van Nederlandse bedrijven in het buitenland met gemiddeld 1,5 miljard euro per jaar aan exportsteun, in de vorm van
verzekeringen en garanties. De klimaatcrisis vereist dat zowel Nederland als andere landen nog dit jaar stoppen met het verlenen van exportsteun aan fossiele energieprojecten, of het nou gaat om steenkool, olie of gas.