Met de onderhandelingen over TTIP komt het publieke debat over bilaterale investeringsverdragen (BIT’s) langzamerhand op gang. Vooral het ‘Investor-to-State Dispute Settlement Mechanism’ (ISDS) binnen TTIP dreigt de normen voor mens en milieu te verlagen. BIT’s maken gebruik van zeer controversiële arbitragesystemen (ISDS), die buitenlandse investeerders in staat stellen om overheden buiten de nationale rechter om aan te klagen voor hun nationale beleid en wetgeving. De publicatie 'To change a BIT is not enough', die Both ENDS vandaag lanceert, toont met een aantal heldere voorbeelden de verstrekkende gevolgen van deze mechanismen aan.
Onlangs heeft India eenzijdig de investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO) met 57 landen, waaronder Nederland, opgezegd. Hierdoor kunnen Nederlandse bedrijven in India en Indiase bedrijven in Nederland per december 2016 niet langer gebruikmaken van het controversiële arbitragesysteem ISDS. Volgens Burghard Ilge van Both ENDS is dit initiatief van India een stap in de goede richting, maar is het een gemiste kans dat Nederland niet heeft ingestemd met de beëindiging van de IBO met India. Hierdoor blijft de oude IBO nog 15 jaar lang gelden voor oude investeringen.
Both ENDS schreef dit positie paper voor de Tweede Kamer-commissie buitenlandse handel en ontwikkelingsamenwerking als input voor het rondetafelgesprek over landrechten op 15 juni 2022. Land- en gebruiksrechten worden onvoldoende meegenomen in Nederlands beleid en praktijk. Dit is wel nodig voor voedselzekerheid, het behalen van de klimaatdoelen, en om de ongelijkheid terug te dringen.
Om de voedsel- en klimaatcrisis echt aan te pakken liggen er drie belangrijke kansen, namelijk (1) het respecteren en versterken van landrechten in de uitgaven van publiek geld; (2) een ander voedsel en landbouwbeleid voeren met respect voor landrechten -ook in de handelsagenda-; en (3) het feministisch buitenlandbeleid goed uitvoeren.
BRUSSEL/AMSTERDAM, 28 mei 2015 - De handelscommissie van het Europees Parlement heeft vandaag een resolutie aangenomen die steun uitspreekt voor TTIP - het handelsverdrag tussen de EU en de VS waarover op dit moment onderhandeld wordt. SOMO, TNI, Both ENDS en Milieudefensie zijn verbaasd en verbolgen over deze ommezwaai van de commissie en noemen de stemming slecht voor de democratie en een klap in het gezicht van de Europese publieke opinie[1] : het Europese burgerinitiatief tegen de handelsovereenkomst is inmiddels bijna twee miljoen keer ondertekend, met in Nederland meer dan 60.000 handtekeningen.
Op 10 oktober slaan we alarm tegen TTIP: het Trans-Atlantische Handels- en Investeringspartnerschap. Al jarenlang onderhandelen de EU en de VS achter gesloten deuren om de spelregels voor dit bilaterale verdrag vast te leggen. Toch staan de gevolgen van TTIP bij het Nederlandse publiek pas sinds begin dit jaar goed op de radar.
TTIP betekent een afbraak van de bestaande regelgeving voor milieu, arbeid en veiligheid. En ook de beloofde economische groei is een illusie. Dat zijn de heldere conclusies van verschillende wetenschappelijke studies.
In 2001 hebben Tanzania en Nederland een verdrag ondertekend dat slechts bij weinig mensen bekend is. Het betreft een BIT: een bilateraal verdrag 'inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen'. Het doel is de onderlinge economische betrekkingen uit te breiden en te intensiveren en het kapitaalverkeer, de overdracht van technologie en de economische ontwikkeling van de verdragsluitende partijen te stimuleren. Maar de ondertekening van het verdrag bleek vooral symbolisch, aangezien het in die opzichten nauwelijks iets heeft opgeleverd. Het Centraal Planbureau heeft in een rapport geconcludeerd dat BIT's geen positief effect hebben op investeringen in Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse landen bezuiden de Sahara met een laag of lager middeninkomen, waaronder Tanzania.
Vandaag brengen Milieudefensie en Both ENDS een rapport uit 'Bescherming voor klimaatvervuilers: Nederlandse investeringsverdragen als obstakel voor de energietransitie'. Het rapport concludeert onder andere dat de vijf grootste olie- en gasbedrijven in de wereld minimaal 140 brievenbusfirma's in Nederland hebben waarmee ze aanspraak kunnen maken op investeringsbescherming.