Bijna 150.000 organisaties en individuen hebben vorig jaar deelgenomen aan een publieke consultatieronde van de Europese Commissie over het Trans-Atlantische Handels- en Investeringsverdrag (TTIP). Daarmee gaven ze een duidelijke boodschap: volgens een rapportage van de EU zelf, wil 97% dat het controversiële arbitragesysteem waarbij een investeerder een staat kan aanklagen (ISDS), niet in het handelsverdrag komt. Momenteel bestaan er wereldwijd meer dan 3000 internationale investeringsverdragen met zo'n ISDS-clausule, waarvan meer dan 90 tussen Nederland en een ander land, voornamelijk ontwikkelingslanden. ISDS-claims hebben veel van deze landen al behoorlijke schade berokkend en dat besef dringt langzaam door in Europa. De ervaringen met ISDS zouden ook gevolgen moeten hebben voor reeds bestaande handels- en investeringsverdragen.
Met de onderhandelingen over TTIP komt het publieke debat over bilaterale investeringsverdragen (BIT’s) langzamerhand op gang. Vooral het ‘Investor-to-State Dispute Settlement Mechanism’ (ISDS) binnen TTIP dreigt de normen voor mens en milieu te verlagen. BIT’s maken gebruik van zeer controversiële arbitragesystemen (ISDS), die buitenlandse investeerders in staat stellen om overheden buiten de nationale rechter om aan te klagen voor hun nationale beleid en wetgeving. De publicatie 'To change a BIT is not enough', die Both ENDS vandaag lanceert, toont met een aantal heldere voorbeelden de verstrekkende gevolgen van deze mechanismen aan.
Onlangs heeft India eenzijdig de investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO) met 57 landen, waaronder Nederland, opgezegd. Hierdoor kunnen Nederlandse bedrijven in India en Indiase bedrijven in Nederland per december 2016 niet langer gebruikmaken van het controversiële arbitragesysteem ISDS. Volgens Burghard Ilge van Both ENDS is dit initiatief van India een stap in de goede richting, maar is het een gemiste kans dat Nederland niet heeft ingestemd met de beëindiging van de IBO met India. Hierdoor blijft de oude IBO nog 15 jaar lang gelden voor oude investeringen.
Op 10 oktober slaan we alarm tegen TTIP: het Trans-Atlantische Handels- en Investeringspartnerschap. Al jarenlang onderhandelen de EU en de VS achter gesloten deuren om de spelregels voor dit bilaterale verdrag vast te leggen. Toch staan de gevolgen van TTIP bij het Nederlandse publiek pas sinds begin dit jaar goed op de radar.
TTIP betekent een afbraak van de bestaande regelgeving voor milieu, arbeid en veiligheid. En ook de beloofde economische groei is een illusie. Dat zijn de heldere conclusies van verschillende wetenschappelijke studies.
Van 26-29 november 2024 organiseren Both ENDS en partners het ‘Civil Society Forum on Investment Policies, Climate and Sustainable Development Goals’ plaats in Entebbe, Uganda. Onze collega’s Iván en Fernando vertellen over het belang van dit evenement. “Met dit evenement hopen we een diepgaand perspectief te bieden op de effecten van het huidige investeringsbeleid op klimaat- en milieukwesties, met een sterke focus op het Afrikaanse continent.”
Bijna een jaar nadat het Afrikaanse maatschappelijk middenveld in Oeganda bijeenkwam om de Verklaring van Entebbe aan te nemen, blijft de oproep om het internationale investeringsbestuur te hervormen aan kracht winnen. Van 6 tot en met 9 oktober komen meer dan 50 maatschappelijke organisaties uit West-Afrika – onder andere uit Ghana, Senegal, Nigeria, Ivoorkust, Kameroen, Gambia en Sierra Leone – én uit Kenia en Latijns-Amerika samen in Accra, om de visie van de Verklaring verder te verdiepen en in de praktijk te brengen.
Inmiddels is TTIP, het nieuwe EU-VS vrijhandelsakkoord, ook in Nederland actueel. Er is hevige weerstand onder maatschappelijke organisaties, wetenschappers, advocaten en burgers, die allemaal ‘TTIP-alarm’ slaan. In hoeverre zijn de zorgen over TTIP gegrond? Wat betekent TTIP eigenlijk voor Nederland? Als je daar benieuwd naar bent, kom dan op vrijdagavond 17 april naar het ‘Grote TTIP-Debat: Wie zit er te wachten op TTIP? Hét debat over het vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS’. Verschillende sprekers zullen daar met elkaar en met het publiek in debat gaan over bovenstaande en andere vragen.
In 2001 hebben Tanzania en Nederland een verdrag ondertekend dat slechts bij weinig mensen bekend is. Het betreft een BIT: een bilateraal verdrag 'inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen'. Het doel is de onderlinge economische betrekkingen uit te breiden en te intensiveren en het kapitaalverkeer, de overdracht van technologie en de economische ontwikkeling van de verdragsluitende partijen te stimuleren. Maar de ondertekening van het verdrag bleek vooral symbolisch, aangezien het in die opzichten nauwelijks iets heeft opgeleverd. Het Centraal Planbureau heeft in een rapport geconcludeerd dat BIT's geen positief effect hebben op investeringen in Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse landen bezuiden de Sahara met een laag of lager middeninkomen, waaronder Tanzania.
In 1959 ondertekenden Duitsland en Pakistan het eerste bilaterale investeringsverdrag in de wereld, niet wetende dat ze hiermee een nieuw tijdperk markeerden en dat vele landen hun voorbeeld zouden volgen. Momenteel bestaan er al ongeveer 3000 bilaterale investeringsverdragen (BIT's) en andere internationale investerings-overeenkomsten. Hoewel deze verdragen zowel voor de investeerder als voor het 'gastland' profijtelijk moesten zijn - voor de één zou het winst en voor de ander economische groei, werkgelegenheid en ontwikkeling opleveren - blijken ze in de praktijk voor veel gastlanden vooral grote negatieve gevolgen te hebben.