Deze week heeft Both ENDS, samen met 16 andere milieu- en mensenrechtenorganisaties van over de hele wereld een persbericht uitgebracht als reactie op de conceptversie ‘safeguard policies’ van de Wereldbank. Dat zijn de sociale –en milieucriteria waar een project aan moet voldoen wil het in aanmerking komen voor financiering van de Wereldbank. In juli 2014 was al een eerdere conceptversie uitgebracht die fel werd bekritiseerd door academici, experts van de Verenigde Naties, verscheidene banken en het maatschappelijk middenveld. Zij hekelen het nieuwe beleid van de Wereldbank, dat regels versoepelt voor projecten die in de toekomst uitgevoerd worden met financiering van de Wereldbank.
Het Amerikaanse Congres heeft een brief aan de US Treasury (het Amerikaanse Ministerie van Financiën) gestuurd, waarin staat dat de sociale- en milieucriteria voor investeringen van de Wereldbank, de zogenaamde ‘safeguards’ zeker niet zwakker mogen worden dan ze nu zijn. Het Congres vindt dan ook dat de Treasury zich daartegen moet verzetten. Dat is een enorme opsteker voor maatschappelijke organisaties van over de hele wereld – waaronder Both ENDS - die zich al jaren inzetten voor handhaving en zelfs verbetering van de huidige criteria waaraan investeringen van de Wereldbank moeten voldoen.
De Wereldbank stemt nog vóór het eind van 2011 over het invoeren van een nieuw leeninstrument: 'Program for Results' (afgekort P4R). Hiermee wil de Wereldbank beter tegemoetkomen aan de wensen van ontwikkelingslanden en tegelijkertijd haar reikwijdte vergroten door geld van publieke en private donoren bij elkaar te brengen in sectorale programma's. NGO's van over de hele wereld, maar ook het bedrijfsleven en verschillende regeringen hebben zorgen geuit over P4R, omdat een groot aantal standaarden zal worden losgelaten met mogelijk aanzienlijke negatieve gevolgen voor mens en milieu. Daarom stelde een aantal organisaties een brief op aan de Wereldbank waarin zij hun zorgen over P4R beargumenteren.
De Wereldbank, een instelling die streeft naar duurzame mondiale ontwikkeling, wil zich nu profileren als de klimaatbank. Deze rol lijkt echter niet voor de hand te liggen en is eerder in tegenspraak met de uitvoering van haar beleid. Zo zijn criteria van haar klimaatinvesteringsfondsen niet ambitieus genoeg. De Wereldbank geeft bovendien aan zich niet met politieke beslissingen te willen bemoeien, terwijl oplossingen richting klimaatproblematiek mede via de politieke akkoorden bereikt zullen worden. Ook domineren Westerse landen de besluitvorming binnen de bank, en dat terwijl de klimaatproblematiek vooral juist de armere landen treft. Kortom: is de wereldbank wel zo geschikt voor deze rol als klimaatbank?
Deze week hoorden wij het verdrietige nieuws uit Flint, Michigan, dat Sandra Smithey is overleden. Zij was jarenlang onze steun en toeverlaat bij de CS Mott Foundation. Dit fonds heeft meer dan 20 jaar het werk van Both ENDS en partners zoals Casa Fund en het NGO Forum on the ADB zowel financieel als met haar brede kennis, gesteund. Een van haar ambities was om internationale geldstromen, zoals ontwikkelingsfinanciering via de Wereldbank maar ook bijv. exportkredietverzekeringen, eerlijker en duurzamer te maken.
Afgelopen juni zagen we al dat de Amerikaanse president Obama opriep geen publieke steun voor buitenlandse kolencentrales meer te geven. De Wereldbank en de Europese Investeringsbank EIB volgden daarna snel met strengere criteria voor leningen aan energiebedrijven, die financiering van nieuwe kolencentrales nagenoeg uitsluiten.
Waarom sturen internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank, maar ook de G20, steeds aan op infrastructuur als motor voor ontwikkeling? Dat is de vraag die International Rivers stelt in een recent rapport over de grote focus op infrastructuur voor ontwikkeling. De strategische infrastructuurprojecten zoals grote dammen en transportcorridors die de Wereldbank en G20 promoten, worden ondersteund met publieke gelden. Deze projecten worden aantrekkelijk gemaakt voor private investeerders door bijvoorbeeld garanties te geven. Een van de voorbeeldprojecten die wordt genoemd is de Grand Inga Dam in de Congo rivier (DRC) - als het ooit zover komt zou dit de grootste dam ter wereld worden.