Vandaag is door twee onafhankelijke experts een juridisch advies uitgebracht over de internationaalrechtelijke verplichtingen van landen en hun exportkredietverzekeraars (EKV's) in relatie tot exportsteun voor fossiele brandstoffen. Volgens dit advies moet de uitstoot van fossiele brandstoffen en daaraan gerelateerde infrastructuur dringend worden verminderd.
Both ENDS is geschokt door de dramatische berichten van de afgelopen dagen over aanslagen in Palma, Cabo Delgado, Mozambique. Onze gedachten gaan uit naar de dodelijke slachtoffers, naar hen die nog steeds vermist zijn en naar nabestaanden en dierbaren. Both ENDS staat in nauw contact met lokale partnerorganisaties om hen waar mogelijk te ondersteunen. Er worden nog steeds veel mensen vermist, ook leden van boerenvakbond UPC waarmee Both ENDS nauw samenwerkt.
Op woensdag 14 april lanceerden zeven landen, waaronder Nederland, een initiatief genaamd Export Finance for Future (E3F), waarin ze een aantal ambities vastleggen met betrekking tot het afbouwen van exportondersteuning voor de fossiele sector. Vele NGOs wereldwijd, waaronder in Nederland onder andere Both ENDS, hebben de laatste jaren opgeroepen tot het opzetten van een dergelijk initiatief en we zijn dan ook blij met deze stap. Om resultaten te behalen en bij te dragen aan de klimaatdoelen van Parijs, zullen de landen zich echter moeten committeren aan veel ambitieuzere doelen dan die welke nu zijn opgesteld. Bezorgde maatschappelijke organisaties, inclusief Both ENDS, stelden daarom een verklaring op met de volgens hen zwakke punten van het door E3F voorgestelde beleid, aangevuld met aanbevelingen voor verbeteringen.
Eind vorige week maakte olie- en gasbedrijf Total bekend dat de Nederlandse overheid via haar exportkredietverzekeraar Atradius DSB onderdeel uitmaakt van een financieringspakket aan een omstreden gaswinningsproject in Mozambique. Het project, waar verschillende Nederlandse en buitenlandse bedrijven bij betrokken zijn, heeft grote gevolgen voor de plaatselijke bevolking en de natuur in de omgeving. Welk Nederlands bedrijf de overheid zou gaan verzekeren is nog onduidelijk.
Rijke landen, waaronder Nederland, verleenden sinds het ondertekenen van het klimaatakkoord van Parijs bijna 50 keer zoveel exportsteun aan projecten gerelateerd aan fossiele brandstoffen als aan projecten voor schone energie in vier Afrikaanse landen. Dat blijkt uit een onderzoek van vijf milieuorganisaties uit Ghana, Nigeria, Togo en Oeganda in samenwerking met Milieudefensie en Both ENDS. De rijke landen verzekerden via hun exportkredietverzekeraars energieprojecten met een totale waarde van 11 miljard US dollar. De helft van deze exportsteun is gerelateerd aan fossiele brandstoffen. Slechts 1% ging naar duurzame hernieuwbare energie.
Nederland verstrekt jaarlijks exportkredietverzekeringen en –garanties ter waarde van 1,5 miljard euro aan Nederlandse bedrijven die actief zijn in de olie- en gassector in het buitenland. Deze ondersteuningbedraagt anderhalf keer het jaarlijkse bedrag dat het kabinet-Rutte uittrekt voor klimaatinitiatieven wereldwijd. De beoogde effecten van het Nederlandse internationale klimaatbeleid worden door deze fossiele exportsteun meer dan teniet gedaan. Dat is de conclusie van een nieuw rapport van Both ENDS, dat vandaag is gepubliceerd.
Eind juni presenteerde het kabinet het Klimaatakkkoord, na maandenlange onderhandelingen in vijf verschillende 'Klimaattafels'. Er was een tafel voor 'industrie', een voor 'gebouwde omgeving', voor 'electriciteit', 'mobiliteit' en voor 'landbouw en landgebruik'. Alle klimaatmaatregelen die Nederland in eigen land kan nemen, vallen wel zo'n beetje binnen al die klimaattafels. Maar Nederland heeft ook een enorme klimaatvoetafdruk buiten de grenzen. We zijn dus een klimaattafel vergeten: de Klimaattafel 'Internationaal'.