'We produceren nu zes kilo goud per jaar, we kunnen de vraag niet aan,' zegt María Luisa Villa van AMICHOCÓ uit Colombia. De afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het organiseren van kleinschalige en duurzame goudwinners en aan certificering. Onder het merk 'Oro Verde' wordt het Fairtrade-Fairmined goud nu op de markt gebracht. 'We zijn klaar om de productie uit te breiden, maar het behoud van biodiversiteit en de bescherming van de rechten van etnische groepen blijft onze prioriteit', benadrukt Villa.
Analog forestry is een vernieuwende aanpak voor het ecologisch herstel van gedegradeerd land. Natuurlijke bossen worden gebruikt als voorbeeld voor ecologisch duurzame landschappen, die bijdragen aan de maatschappelijke en economische behoeftes van lokale gemeenschappen.
-Dit is een gezamenlijk persbericht van Both ENDS, Keruan, SAVE Rivers Network, Bruno Manser Fonds en The Borneo Project-
Nederland is de grootste importeur van kozijnhout uit Maleisië. Al decennia protesteert en klaagt de lokale inheemse bevolking, gesteund door belangenorganisaties, over misstanden bij de houtkap, die bos verwoest en mensenrechten schendt. Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur & Waterstraat heeft een onafhankelijke expertgroep vorig jaar een kort onderzoek -op afstand- laten doen. Dit onderzoek is onlangs vrijgegeven en gedeeld met de advocaat van de belangenorganisaties. Daaruit blijkt dat de zorgen van de lokale bevolking mogelijk terecht zijn. De staatsecretaris gaat nu akkoord met een uitgebreider internationaal onderzoek en veldbezoek. Dat stemt de betrokkenen hoopvol. Ondertussen gaat de houtkap in Maleisië wel door, evenals de het bouwen met dit controversiële hout in Nederland.
Op 3 juni vond in Nederland de derde Europese rondetafel plaats van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO), een wereldwijd initiatief gericht op het verduurzamen van de productieketen van palmolie. Both ENDS’ adjunct-directeur Paul Wolvekamp is tevens bestuurslid van RSPO. Op de site van OneWorld is hij aan het woord. “Het is belangrijk om collectief verantwoordelijkheid te nemen. Iedereen moet aan de bak.”
Al ruik je het niet meteen, aan de meeste bosjes bloemen kleeft een bitter luchtje. De bloementeelt vindt grotendeels plaats in ontwikkelingslanden en gaat vaak gepaard met erbarmelijke arbeidsomstandigheden, overmatig watergebruik en milieuvervuiling. Both ENDS heeft daarom een aantal jaar geleden het initiatief genomen om, samen met lokale partners in bloemenproductielanden, een eerlijk en duurzaam keurmerk voor bloemen op te richten: Fair Flowers Fair Plants (FFP). Wij zijn zeer verheugd over de aangekondigde samenwerking tussen FFP en de stichting Milieu Programma Sierteelt (MPS). Door die samenwerking zullen consumenten op steeds meer verkooppunten bewust kunnen kiezen voor een eerlijk, welriekend bosje bloemen.
'Wij geven openheid over prijzen aan boeren. We hoeven ons nergens voor te schamen,' zegt Patrick Barthelemy, oprichter van Cassia Co-op. Door tussenhandelaren uit de supply chain te halen, kan het Nederlands-Indonesische bedrijf kleine kaneelboeren in Kerinci, op Sumatra meer uitbetalen. Duurzame landbouw en zelforganisatie wordt door Cassia Co-op gestimuleerd, met hulp van de Communities for Change Alliance van Cordaid en Both ENDS.
Op 30 September 2017 heeft Both ENDS haar standpunt ingediend over de conceptversie van het Indonesische Nationale Actieplan voor Duurzame Palmolie. Dit actieplan is bedoeld als blauwdruk voor de verduurzaming van de Indonesische palmolieindustrie. Both ENDS betwijfeld echter of de logica, de reden en het achterliggende doel van dit actieplan een status als benchmark voor een duurzame palmolieindustrie legitimeert.
Afgelopen week is Both ENDS’ adjunct-directeur, Paul Wolvekamp, gekozen als nieuw bestuurslid van de RSPO, de Roundtable on Sustainable Palm Oil. Tijdelijk, tot november, want dan zijn er opnieuw verkiezingen. “Ik hoop dat mijn plaats dan wordt ingenomen door een sociale ngo uit het Zuiden, want die groep is ondervertegenwoordigd in de RSPO.” Daarom wil Paul binnen de RSPO vooral aansturen op een grotere inbreng van ngo’s, plantagearbeiders en kleine palmolieproducenten uit het Zuiden.