Both ENDS

Dossier

Paris Proof Export Support

Bijna tweederde van de exportkredietverzekeringen die Atradius DSB in de periode 2012 tot 2018 verleende, ging naar de fossiele-energiesector. Dat staat haaks op de klimaatafspraken van Parijs die Nederland heeft ondertekend.

In december 2015 ondertekende ons land het Klimaatverdrag van Parijs, waarin onder andere wordt gesteld dat de opwarming van de aarde beperkt moet blijven tot 2, liefst 1,5 graden Celsius. Steeds meer bedrijven verduurzamen hun productiemethoden en gaan over op hernieuwbare energie om de negatieve gevolgen van hun activiteiten op het klimaat te minimaliseren of zelfs te stoppen. Maar Nederlandse bedrijven opereren niet alleen in Nederland, integendeel. Veel van onze economische activiteiten vinden plaats in het buitenland, en de negatieve gevolgen van die activiteiten zijn vooral dáár zichtbaar. Voor de overgang naar een duurzame economie moeten we dus ook kijken naar het verduurzamen van Nederlandse activiteiten buiten onze landsgrenzen

Ondersteuning vanuit de overheid

De Nederlandse overheid stimuleert de export van goederen en diensten op allerlei manieren, bijvoorbeeld met subsidies en belastingregelingen. Voor zeer grote en riskante activiteiten in het buitenland doet de overheid dat met exportkredietverzekeringen (zie 'Dossier ECA's). Both ENDS vindt dat deze publieke ondersteuning voor buitenlandse handel moet bijdragen aan duurzame ontwikkeling voor iedereen, in plaats van alleen het Nederlandse bedrijfsleven te stimuleren. Om in aanmerking te komen voor exportondersteuning zouden Nederlandse activiteiten daarom geen schade mogen veroorzaken voor mensen en hun omgeving in de landen waar deze activiteiten plaatsvinden. Bovendien zouden Nederlandse activiteiten in het buitenland altijd in lijn moeten zijn met de klimaatdoelen die in 2015 in Parijs zijn vastgesteld.

Tweederde naar de fossiele-energiesector

Dat blijkt lang niet altijd het geval: Both ENDS maakte een analyse van alle transacties van Atradius DSB in de periode 2012-2018, waaruit bleek dat de exportkredietverzekeraar voor een totaal van €10,8 miljard projecten verzekerde die relateren aan de fossiele-brandstoffensector. Dat is bijna tweederde van de totale waarde die Atradius DSB in die periode verzekerde.

Van alle verzekeringen die Atradius DSB verstrekte ter ondersteuning van energieprojecten, houdt bijna 98% verband met fossiele-brandstoffen. Van  die steun gaat het overgrote deel (80%) naar de offshore en maritieme sector. Bijvoorbeeld naar scheepswerven die 'pijplegschepen' bouwen en varende boorplatforms, de zogenaamde 'Floating Production, Storage en Offloading ships' (FPSO's). Of naar baggeraars die kanalen of havens graven voor de overslag van fossiele brandstoffen (zie onder andere 'Dossier Suape'), of zand opspuiten waar vervolgens een olieraffinaderij op gebouwd wordt. De exportkredietverzekeringen aan Nederlandse exporteurs van dergelijke projecten, leveren zodoende een grote bijdrage aan de uitbouw van de infrastructuur van de wereldwijde olie- en gasketens.

Publieke middelen om fossiele sector te ondersteunen

Het Ministerie van Financiën is primair verantwoordelijk voor het beleid van Atradius DSB, en het parlement heeft een belangrijke toezichthoudende rol. Tot nu toe vindt geen politieke discussie plaats over de mate waarin Atradius DSB de fossiele-brandstoffensector ondersteunt en hoe dit in lijn gebracht kan worden met de afgesproken klimaatdoelen. De Nederlandse overheid lijkt het gebruik van publieke middelen ter ondersteuning van de fossiele-brandstoffensector niet problematisch te vinden.

Duurzaam handels- en investeringsbeleid

Als Nederland een groene en inclusieve economie wil, zal de overheid zich moeten afvragen hoe exportkredietverzekeringen voor fossiel kunnen worden gestopt en juist groene, duurzame transacties kunnen ondersteunen. Nederland moet dan veel meer inzetten op energie-efficiëntie, energiebesparing, duurzame mobiliteit en zon- en windenergie. Het streven naar een klimaatneutrale economie moet dan ook in ons handels- en investeringsbeleid worden gereflecteerd. Both ENDS realiseert zich dat het afbouwen van exportkredietverzekeringen ter ondersteuning van de fossiele-brandstoffensector geleidelijk zal gaan. Maar we kunnen de discussie over de manier waarop dit afbouwen moet worden vormgegeven niet langer uitstellen.

Duurzame exportondersteuning

De Nederlandse regering heeft in het kader van haar buitenlandse handelsbeleid de ambitie om een eind te maken aan financiële steun voor de fossiele sector. Dit voornemen geldt echter niet voor de exportkredietverzekering die uit naam van de Nederlandse staat wordt verstrekt door Atradius Dutch State Business (ADSB).

Both ENDS roept de Nederlandse regering en de Tweede Kamer op om ervoor te zorgen dat de exportkredietverzekering van Atradius DSB aansluiten op de klimaatdoelen van het Parijs Akkoord. De rapporten 'Paris Proof Export Support' en 'The fossil elephant in the room' bevatten daartoe een aantal aanbevelingen. Hieronder een samenvatting van die aanbevelingen:

1. Neem de exportkredietfaciliteit op in de buitenlandklimaatambitie en verstrek per 2020 geen nieuwe steun voor fossiele brandstoffen.

2. Pleit voor hetzelfde doel bij de OESO en dring aan op onmiddellijke stopzetting van alle exportkredietsteun voor aan kolen gerelateerde projecten.

3. Zet in 2020 een coalitie van gelijkgezinde landen op: een dialoog tussen landen die hun exportkredietsteun koolstofarm willen maken in lijn met het klimaatakkoord van Parijs.

4. Neem initiatieven die ervoor zorgen dat het EU-beleid voor exportkredietsteun rekening houdt met de verplichtingen van de EU om bij te dragen aan de bestrijding van klimaatverandering. 

 

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp