Vandaag is het internationale vrouwendag. Een dag die zo’n 100 jaar geleden voortkwam uit stakingen van vrouwen tegen slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie. Sindsdien is er veel verbeterd voor vrouwen, maar moeten we helaas ook constateren dat mannen en vrouwen nog steeds niet gelijk zijn. In 1949 waarschuwde Simone de Beauvoir al dat je vrouwenrechten nooit als vanzelfsprekend kunt beschouwen, en recente ontwikkelingen zoals de aanscherping van abortuswetten in sommige landen, bevestigen dat. Ze laten zien dat ook in het ‘Vrije Westen’ vrouwenrechten nog helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn.
“5 miljoen hectare woestijn in Niger is in 25 jaar tijd omgetoverd in een landschap waar bomen groeien, gewassen worden geteeld en vee wordt gehouden!”, roept dr. Abasse Tougiane enthousiast. “Dat is een oppervlakte groter dan Nederland!” We zijn op een lezing die Abasse samen met zijn collega Toudou Adam geeft bij Buitenlandse Zaken, over het succesverhaal van de vergroening in Niger. De zaal is nagenoeg vol, kennelijk zijn niet alleen ambtenaren van Buitenlandse Zaken, maar ook wetenschappers, afgevaardigden van NGO’s en mensen uit het bedrijfsleven geïnteresseerd in dit onderwerp. Want hoe is het mogelijk dat dit zo goed werkt, terwijl een initiatief zoals The Great Green Wall zo jammerlijk is mislukt?
De Wereldbank, een instelling die streeft naar duurzame mondiale ontwikkeling, wil zich nu profileren als de klimaatbank. Deze rol lijkt echter niet voor de hand te liggen en is eerder in tegenspraak met de uitvoering van haar beleid. Zo zijn criteria van haar klimaatinvesteringsfondsen niet ambitieus genoeg. De Wereldbank geeft bovendien aan zich niet met politieke beslissingen te willen bemoeien, terwijl oplossingen richting klimaatproblematiek mede via de politieke akkoorden bereikt zullen worden. Ook domineren Westerse landen de besluitvorming binnen de bank, en dat terwijl de klimaatproblematiek vooral juist de armere landen treft. Kortom: is de wereldbank wel zo geschikt voor deze rol als klimaatbank?
In tijden van ontbossing, aantasting van ecosystemen en klimaatverandering, hebben plattelandsgemeenschappen het vaak moeilijk om op een gezonde en autonome manier in hun levensonderhoud te voorzien. Een van de oplossingen om hun problemen te bestrijden is Analog Forestry, een duurzame praktijk die bevorderd en uitgevoerd wordt door veel partners van Both ENDS. Wat zijn de voordelen van deze methode? Carolina Sorzano Lopez*, een Analog Forestry-trainer uit Colombia die is aangesloten bij het International Analog Forestry Network (IAFN), en Luz Marina Valle*, een lokale promotora van Analog Forestry in haar gemeenschap El Jocote in het noorden van Nicaragua, leggen het ons uit.
Honderden miljoenen mensen wonen wereldwijd in gebieden waar de bodem uitgeput is, vaak noodgedwongen of omdat de regio waar zij al generaties wonen, in de loop van de tijd steeds droger is geworden. De woestijn rukt op en dat is een mondiaal probleem. De meningen over de oorzaken van landdegradatie en verwoestijning, maar vooral over de oplossingen, zijn zeer verdeeld. Om daarover te praten, vindt van 2 tot 14 september de tweejaarlijkse wereldwijde VN-conferentie over verwoestijning plaats. Daar komen beleidsmakers, wetenschappers, NGO's, boerinnen en boeren, veehouders, herders en bedrijven van over de hele wereld bij elkaar. Onze collega Nathalie van Haren gaat ernaartoe en legt hieronder uit met welk doel.