Overal ter wereld produceren kleinschalige boerinnen en boeren voedsel op een duurzame en inclusieve manier. Ze werken samen met de natuur en met elkaar, en voorzien hun gezinnen en gemeenschappen van voldoende en gezond voedsel. Deze manier van produceren staat echter overal onder druk door grootschalige landbouw en het wereldwijd dominante industriële voedselsysteem. Samen met onze partners
probeert Both ENDS het tij te keren ten gunste van duurzame, lokale praktijken die meestal 'agro-ecologisch' of 'natuurinclusief' worden genoemd. Waarom onze
focus daarop? Agro-ecologische praktijken zijn klimaatbestendig, inclusief en vergroten de mogelijkheden voor gemeenschappen overal ter wereld om duurzaam in hun voedsel te voorzien.
Zaterdag 22 oktober vindt in Amsterdam een grote demonstratie tegen handelsverdragen TTIP, CETA en TiSA plaats. Both ENDS doet ook mee, omdat wij deze verdragen een heel slecht idee vinden. Niet alleen voor ons in Nederland en Europa, maar juist ook voor ontwikkelingslanden.
Samen met maatschappelijke organisaties van over de hele wereld werkt de FGG Alliantie aan sociaal rechtvaardige, inclusieve en ecologisch duurzame samenlevingen in Nederland en het Zuiden.
Hanoi is deze week het toneel van de ‘Hunger 4 Action conferentie - The second Global Conference on Agriculture, Food Security and Climate Change’. Meer dan honderd maatschappelijke organisaties, waaronder Both ENDS hebben een brief ondertekend waarin ze hun zorgen uiten over de conferentie. Want cruciale thema’s komen nauwelijks aan bod en de stem van kleine boeren, veehouders en vissers wordt niet gehoord. En dat terwijl zij zo’n 70 procent van het voedsel produceren. De brief, waarin ook suggesties worden gedaan over hoe het dan wél zou moeten, is verstuurd naar demissionair minister Maxime Verhagen, een van de organisatoren van de conferentie.
Het La Plata Basin in Zuid-Amerika verbindt Argentinië, Bolivia, Brazilië, Paraguay en Uruguay. De bestaanszekerheid van de miljoenen mensen die er wonen -stadsbewoners, kleinschalige boeren en vissers, en inheemse volkeren- staat onder druk door industriële sojateelt, mijnbouw en houtkap en door de aanleg van stuwdammen en havens. De Covid-19 crisis maakt de situatie alleen maar erger.
"Het virus verspreidt zich sneller dan de informatie", was het eerste dat wij in Nederland hoorden over de verspreiding van COVID-19 in veel Afrikaanse landen en de maatregelen die ertegen genomen werden. Terwijl noodsituaties werden afgekondigd, grenzen werden gesloten en bij ons beelden van gewelddadige leger- en politieoptredens binnenstroomden, wisten veel mensen buiten de grote steden nog niet wat er aan de hand was. Toen meer duidelijk werd, ontstonden grote zorgen over de gevolgen van de genomen maatregelen: het stilvallen van de informele economie, voedseltekorten en interne migratiestromen.
Droge gebieden bedekken een groot deel van het aardoppervlak: meer dan 40 % en zelfs meer dan tweederde van Afrika. Het overgrote deel van de allerarmsten op de wereld, 70% van de ernstig ondervoeden - ruim 600 miljoen mensen - leeft in deze gebieden. Geld en initiatieven om verwoestijning en andere vormen van landdegradatie tegen te gaan en de voedselproductiviteit in deze gebieden te verhogen zijn van levensbelang. Echter, deze noodzaak blijkt niet uit de praktijk van de internationale ontwikkelingssamenwerking.
De boeren in de regio Sertão do Araripe in de deelstaat Pernambuco zijn slim. De kleinschalige boerenfamilies weten dat duurzaam levensonderhoud op de vruchtbare maar kwetsbare bodem van de Sertão alleen mogelijk is als zij goed omgaan met hun natuurlijke omgeving. Hun uitgangspunt is verantwoorde landbouw, waarbij zij elke druppel beschikbaar water optimaal benutten, natuurlijke meststoffen en ongediertebestrijding zorgvuldig inzetten en pleiten voor beleid en wetten die behoud van natuurlijke hulpbronnen stimuleren in plaats van de uitputting. De organisatie CAATINGA helpt deze boeren om te gaan met de uitdagende omstandigheden.