De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO heeft voordat ze een lening van 25 miljoen dollar verstrekte voor de bouw van de Barro Blanco dam in Panama, niet genoeg rekening gehouden met de rechten van de lokale bevolking en de effecten op het milieu. Daarmee heeft de bank gehandeld in strijd met haar eigen richtlijnen. Dat blijkt uit het langverwachte rapport van het onafhankelijke klachtenmechanisme van FMO en de Duitse ontwikkelingsbank DEG l dat afgelopen vrijdag verscheen. Dit rapport werd gepubliceerd naar aanleiding van een klacht die in mei 2014 was ingediend door de M-10, die de getroffen inheemse Ngöbe gemeenschap vertegenwoordigt. Both ENDS steunt de M-10 al jaren in hun
Tientallen nationale en internationale organisaties hebben tijdens de Volkerentop in Rio de Janeiro (die naast de officiële Rio+20 bijeenkomst wordt georganiseerd) de aftrap gegeven voor een mondiale campagne tegen de macht van bedrijven die op grote schaal mensenrechten schenden. Both ENDS is één van de ontertekenaars van het manifest en steunt de inhoud van onderstaand persbericht dat op 18 juni werd gelanceerd.
De Nederlandse overheid verleent via haar exportkredietverzekeraar Atradius DSB (ADSB) exportsteun aan bedrijven die activiteiten in het buitenland ondernemen. De staat wil dat projecten die het verzekert geen negatieve gevolgen hebben voor mens en milieu en stelt daarom eisen rondom maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Over het MVO-beleid liep tot eind april een consultatie waarop een coalitie van dertien maatschappelijke organisaties uit binnen- en buitenland, waaronder Both ENDS en Milieudefensie, heeft gereageerd.