De klimaattop in Marrakesh is nu meer dan een week bezig, en ik weet mijn weg tussen alle paviljoens inmiddels aardig te vinden. In de 'Green Zone' bijvoorbeeld laten allerlei organisaties en bedrijven hun oplossingen tegen klimaatverandering zien.
Steeds meer partijen in de Nederlandse watersector erkennen het belang van een inclusieve aanpak bij klimaatadaptatie. Echter, daar waar onze kennisinstellingen en bedrijven betrokken zijn bij delta- en masterplannen, zoals in Bangladesh en de Filipijnen, blijkt de praktijk weerbarstig. Uitgaan van lokale realiteiten, kwetsbaarheden en ongelijkheden, zoals die tussen mannen en vrouwen, is essentieel voor goede plannen die iedereen in staat stellen zich aan te passen aan klimaatverandering.
Honderden miljoenen mensen wonen wereldwijd in gebieden waar de bodem uitgeput is, vaak noodgedwongen of omdat de regio waar zij al generaties wonen, in de loop van de tijd steeds droger is geworden. De woestijn rukt op en dat is een mondiaal probleem. De meningen over de oorzaken van landdegradatie en verwoestijning, maar vooral over de oplossingen, zijn zeer verdeeld. Om daarover te praten, vindt van 2 tot 14 september de tweejaarlijkse wereldwijde VN-conferentie over verwoestijning plaats. Daar komen beleidsmakers, wetenschappers, NGO's, boerinnen en boeren, veehouders, herders en bedrijven van over de hele wereld bij elkaar. Onze collega Nathalie van Haren gaat ernaartoe en legt hieronder uit met welk doel.
21 april 2017: Jakarta zinkt. Door excessief oppompen van grondwater zakt de miljoenen-stad met tientallen centimeters per jaar en wordt zo kwetsbaarder voor overstromingen. Nederlandse bedrijven bedachten een oplossing: een enorme zeewering voor de kust, tevens een prachtig vastgoedprject. Maar deze ingreep is een schijnoplossing, zeggen onderzoekers van Both ENDS, Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en het Transnational Institute (TNI) vandaag in een nieuw rapport. Sterker nog, tienduizenden mensen werkzaam in de lokale visserijsector dreigen hiermee hun broodwinning te verliezen.
Het toekomstige kabinet navelstaart op eigenbelang. Door internationale samenwerking de das om te doen en drastisch te bezuinigen, negeert het dat Nederland simpelweg niet los staat van de wereld. Half juni debatteerde de Tweede Kamer der Staten-Generaal over de tussentijdse begroting buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Ook daar benadrukten verschillende partijen de noodzaak van internationale samenwerking, dat diplomaten en posten daarvoor hun werk moeten kunnen blijven doen, en de langjarige ondersteuning voor maatschappelijke organisaties nodig blijft.
Na vele jaren op internationale platforms zoals de VN te hebben gepleit voor goed milieubeleid, vroeg de Keniaanse Violet Matiru zich af: "Wat voor invloed heeft al dit lobbyen op onze gemeenschappen? Hoe helpt dit de moeders die nog steeds worstelen met het halen van water en die nog steeds koken op houtkachels?" Dat was de aanleiding voor haar en haar collega's om MCDI Kenia (Millennium Community Development Initiatives) op te richten en om samen te gaan werken met lokale gemeenschappen. Wij praatten met haar over de historische en huidige machtsverschillen in waterbeheer en over haar inspanningen om het waterbeheer in het stroomgebied van de Athi, dat zich uitstrekt van het gebied stroomopwaarts van Nairobi naar de Indische Oceaan, te verbeteren.
Water is het belangrijkste element in klimaatverandering. Veranderingen in neerslag, het smelten van ijs, rivieren die anders gaan stromen, meer droogte en overstromingen en het stijgen van de zeespiegel, allemaal beïnvloeden ze het leven in steden en op het platteland. En dat geldt zowel voor de westerse wereld als voor zich ontwikkelende landen. Het boek: 'Adaptation to Climate Change through Water Management: Capacity, Equity and Sustainability' geeft een overzicht van de steeds toenemende kennis en ervaring van over de hele wereld in het omgaan met klimaatverandering en dus met andere watersituaties. Het beschrijft problemen en oplossingen van lokale gebruikers van het water die die grote veranderingen te lijf moeten.
Als Nederland haar landbouw en veeteelt wil verduurzamen en wil zorgen dat boeren een eerlijke prijs voor hun producten krijgen, zal ons land ook buiten de grenzen moeten kijken. Nederland is de op één na grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld. We hebben grote impact, omdat we via onze handelsrelaties een intensief landbouwsysteem in stand houden dat leidt tot de vernietiging van ecosystemen en dat lokale productie ondermijnt. De voetafdruk van de Nederlandse economie is, mede door de handel in landbouwproducten, groot en groeiende. Dat moet en kan anders:Nederland heeft namelijk een goede uitgangspositie om de noodzakelijke landbouwtransitie aan te voeren. Gelukkig bieden de verkiezingsprogramma's die op tafel liggen, daarvoor genoeg aanknopingspunten. Een nieuwe coalitie kan dus voortvarend aan de slag.