Both ENDS

Dossier

Grootschalige infrastructuur

Grootschalige infrastructuur heeft ter plekke negatieve effecten voor mens en milieu, terwijl de baten elders terechtkomen. Both ENDS zet zich in voor inspraak voor de lokale bevolking en onderzoekt de geldstromen achter deze projecten.

Wereldwijd worden grote infrastructurele projecten gepland en gebouwd, zoals dammen, kanalen, vliegvelden, havens, dijken, etc. Regeringen zien deze projecten als mogelijkheden om hun land te ontwikkelen. Vaak worden deze projecten (mede) gefinancierd door ontwikkelingsbanken  zoals de Wereldbank of regionale of bilaterale banken zoals de Europese EIB of de Nederlandse FMO. Ook exportkredietverzekeraars, zoals het Nederlandse Atradius DSB, zijn betrokken bij dit soort projecten. Steeds vaker worden kritische vragen bij zulke infrastructurele projecten gesteld: lossen deze daadwerkelijk de problemen op waarvoor ze bedoeld zijn, of zijn het vooral interessante investeringsobjecten?

Stuwdammen: grote schade voor mens en milieu

In veel gevallen brengen deze grote infrastructurele projecten namelijk niet voor iedereen ontwikkeling met zich mee, maar creëren juist meer armoede en problemen voor kwetsbare groepen inwoners in het gebied waar deze worden aangelegd.

De bouw van een stuwdam gaat bijvoorbeeld meestal gepaard met enorme schade aan de natuur en daarmee de leefomgeving van omwonenden. Zij moeten vaak noodgedwongen verhuizen en verliezen hun huizen, hun land en het bos waarvan ze leefden. Boeren stroomafwaarts krijgen bovendien te maken met veranderingen in de waterstand van de rivier, waarvoor zij afhankelijk zijn voor de irrigatie van hun land, visvangst, wassen en spelen. Dammen vernietigen bovendien het ecosysteem van een rivier en het gebied eromheen tot aan de kust. Als hele stukken bos onder water verdwijnen, dragen dammen ook bij aan ontbossing en als de bomen onder water vergaan komt aardig wat methaan vrij, een sterk broeikasgas. Stroom van een dergelijke dam is daarom niet zo 'groen' als op het eerste gezicht lijkt.

Voorbeelden van stuwdammen waar Both ENDS samen met de lokale bevolking tegen strijdt zijn Agua Zarca in Honduras, Barro Blanco in Panama, Pojom in Guatemala en Bujagali in Oeganda.

Infrastructuur: ontwikkeling of landjepik?

Ook projecten zoals havens, kanalen en vliegvelden hebben niet alleen maar positieve effecten. Voor al dit soort projecten is land nodig, dat op dat moment al gebruikt wordt door mensen of waardevolle natuur is. In veel landen in het zuiden hebben mensen die al eeuwen met hun gemeenschappen op een plek wonen, echter geen officiële landrechten. Op het moment dat een infrastructureel project van start gaat verliezen deze mensen de toegang tot hun land en worden daarmee direct geraakt in hun levensonderhoud. Rond havenontwikkelingen zijn vaak lokale vissers de dupe doordat ze de toegang tot zee wordt bemoeilijkt en de visstand achteruitgaat door de bouwactiviteiten. Vaak gaan ontruimingen met harde hand.

Zo zijn in Jakarta vissers de dupe van het NCICD-project, zijn duizenden mensen van hun land gejaagd voor het Suez-kanaal, worden bos en bewoners bedreigd door plannen voor een vliegveld bij Istanbul, en heeft het Nicaragua-kanaal al enorme impact op de lokale bevolking nog voordat de schop de grond in is gegaan.

Bovendien zijn grote infrastructuurprojecten zoals havens en wegen vaak ten behoeve van de fossiele-energiesector, waardoor ze indirect ook nog eens bijdragen aan klimaatverandering.

Inspraak voor omwonenden bij projecten in hun leefgebied

Both ENDS zet zich bij grote infrastructuurprojecten in voor meer inspraak voor de lokale bevolking. Zij hebben het recht om mede te bepalen wat er met het land, de bossen en de wateren gebeurt die zij vaak al eeuwenlang gebruiken én beschermen. Zulke inspraak moet ook het recht garanderen voor de lokale bevolking om te kiezen voor andere ontwikkelingsmodellen met een minder grootschalige aantasting van hun leefomgeving.

Lokale gemeenschappen en organisaties weten meestal niet wie er achter zo'n megaproject zitten en wat de belangen zijn die daarmee gepaard gaan: welke ontwikkelingsbanken financieren het project? Welke bedrijven uit het buitenland gaan (een deel van) de werkzaamheden uitvoeren? Krijgen zij daarvoor een exportkredietverzekering van hun land van herkomst? Aan welke internationale regels moeten deze banken en bedrijven zich houden en wat zijn de mogelijkheden om je recht te halen?

Both ENDS helpt met het blootleggen van deze internationale geldstromen en trekt samen met lokale partnerorganisaties aan de bel als grootschalige infrastructuurprojecten grote negatieve gevolgen dreigen te hebben voor de omgeving.

Wij pleiten ervoor dat de stem van de lokale gemeenschappen gehoord wordt en dat zij over voldoende informatie beschikken om mee te praten over ontwikkelingen op hun grondgebied. Ook zetten wij ons ervoor in dat er een goede sociale en milieu-effectrapportage wordt uitgevoerd met specifieke aandacht voor mensenrechten, en dat FPIC (free, prior and informed consent) wordt toegepast. Ook helpen wij lokale groepen scenario's uit te werken die tot een inclusievere en groenere vorm van ontwikkeling moeten leiden. En als banken en bedrijven zich niet aan de regels houden, helpen we lokale gemeenschappen hun recht te halen door bijvoorbeeld internationale media-aandacht, het indienen van een klacht en het eisen van een redelijke compensatie.

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp