De Barro Blanco-dam in Panama zet inheems land onder water, met financiering uit Nederland. Both ENDS maakt zich hard voor de naleving van de rechten van de inheemse gemeenschappen rond de dam.
Both ENDS en SOMO zijn blij met de ondertekening van het akkoord tussen vier inheemse Ngäbe-gemeenschappen in Panama en de Europese ontwikkelingsbanken FMO en DEG op 17 juni 2025. De regeling omvat een programma voor gemeenschapsontwikkeling dat, in combinatie met een openbare verklaring van de banken, tot doel heeft een aantal negatieve gevolgen van de Barro Blanco-stuwdam te erkennen en te verzachten. Het akkoord is mede tot stand gekomen door het goede, volhardende werk van de gemeenschapsorganisatie Movimiento 10 de Abril (M10) voor gerechtigheid voor de getroffen gemeenschappen. Daarnaast erkennen we de inzet van FMO en DEG om een oplossing te vinden voor hun langlopende conflict met de gemeenschappen dat is ontstaan door hun gedeeltelijke financiering van het waterkrachtproject sinds 2011.
Utrecht, 5 oktober 2022 – De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO is verantwoordelijk voor het verlies van levensonderhoud, de economische verliezen en de milieuschade die de bouw van de Barro Blanco-dam in Panama heeft veroorzaakt. Dit blijkt uit het eindverslag van het onafhankelijk klachtenmachisme van de bank. Inheemse gemeenschappen die de nadelen van de dam ondervinden, zijn blij dat hun klachten bevestigd zijn en herhalen hun vraag om excuses en een schadevergoeding.
In april 2021 kondigde de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO aan dat zij niet meer betrokken is bij het Barro Blanco project, een omstreden stuwdam in Panama. GENISA, het Panamese bedrijf dat de dam bouwde, betaalde de miljoenenlening – onverwacht – vervroegd af. De vraag is in hoeverre FMO, nu het zich uit het project heeft teruggetrokken, nog verantwoordelijkheid neemt om de schade en het leed dat is veroorzaakt met de financiering, op te lossen.
Drie dagen nadat de eerste huizen onder water kwamen te staan door de Barro Blanco dam, sloot de Panamese regering een akkoord over deze dam met vertegenwoordigers van de Ngäbe-Bugle bevolking. De getroffen gemeenschappen zijn echter nog altijd niet betrokken bij het proces. Both ENDS maakt zich grote zorgen over deze ontwikkelingen. De bouw van de Barro Blanco-dam, medegefinancierd door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO, ontmoet grote weerstand van de mensen in het gebied waar de dam aangelegd wordt.
De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO heeft druk uitgeoefend op de Panamese regering om de bouw van de Barro Blanco-dam vooral door te laten gaan, meldt de Volkskrant vandaag. De werkzaamheden rond de bouw van de omstreden dam waren in februari dit jaar tot nader order stopgezet. De Panamese milieu-autoriteit had geconstateerd dat het bouwbedrijf dat de werkzaamheden uitvoert - het Panamese Genisa – milieuregels had overtreden en geen goede afspraken had gemaakt met de inheemse bevolking. De FMO is één van de investeerders in het project.
Het sluiten van de omstreden Barro Blanco-dam vorig jaar heeft niet alleen tot materiële, maar ook culturele schade geleid in de getroffen Ngäbe-Buglé gemeenschappen in Panama. FMO, een van de financiers, neemt tot nu toe geen verantwoordelijkheid voor de mensenrechtenschendingen bij dit project. Hoe moet het nu verder?
Afgevaardigden van de Nederlandse en de Duitse ontwikkelingsbank (FMO en DEG) zijn vandaag in Panama om met de regering aldaar te praten over de toekomst van het omstreden Barro Blanco-project. Afgelopen mei werden de sluizen van de dam bij wijze van test, maar volledig tegen de afspraken in, gesloten. Hierdoor komt een gedeelte van het omringende land onder water te staan en moeten sommige bewoners worden geëvacueerd. Both ENDS schreef samen met zeven andere organisaties een brief aan de directeuren van de twee banken, waarin we ze oproepen hun verantwoordelijkheid te nemen als investeerders in de dam.
De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO heeft voordat ze een lening van 25 miljoen dollar verstrekte voor de bouw van de Barro Blanco dam in Panama, niet genoeg rekening gehouden met de rechten van de lokale bevolking en de effecten op het milieu. Daarmee heeft de bank gehandeld in strijd met haar eigen richtlijnen. Dat blijkt uit het langverwachte rapport van het onafhankelijke klachtenmechanisme van FMO en de Duitse ontwikkelingsbank DEG l dat afgelopen vrijdag verscheen. Dit rapport werd gepubliceerd naar aanleiding van een klacht die in mei 2014 was ingediend door de M-10, die de getroffen inheemse Ngöbe gemeenschap vertegenwoordigt. Both ENDS steunt de M-10 al jaren in hun