Op donderdag 29 november werden zeven verdachten van de moord op Berta Cáceres (in maart 2016), schuldig bevonden. De nabestaanden en leden van de inheemse mensenrechtenorganisatie COPINH waar Cáceres de leider van was, zien de uitspraak als de eerste stap richting rechtvaardigheid voor de moord op Berta Caceres en de erkenning dat het bedrijf DESA hiervoor mede- verantwoorelijk is. Ze wijzen er echter ook op dat het proces vanaf het begin doordrenkt was van corruptie, intimidaties en andere misstanden, en dat de opdrachtgevers van de moord nog steeds buiten schot blijven.
Een jaar geleden heeft de Senegalese organisatie Takkom Jerry een klacht ingediend bij de African Development Bank (AfDB) en de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO. Zij financieren de kolencentrale Sendou, pal naast het vissersdorpje Bargny. De AfDB heeft de klacht nu erkend. FMO heeft de klacht al in behandeling en publiceert binnenkort een officiële reactie.
Vrijdag 2 maart is in Honduras de directeur van DESA, David Castillo, gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de moord op Berta Cáceres, nu precies 2 jaar geleden. De Hondurese overheid weigerde lange tijd om niet alleen de daadwerkelijke schutters, maar ook de bedenkers van de moord op Cáceres op te sporen en te berechten.
Vandaag is het precies een jaar geleden dat Berta Cáceres op brute wijze is vermoord in haar huis in Honduras. Cáceres was een wereldwijd bekende mensenrechtenverdedigster en de coördinator van de inheemse Lenca-organisatie COPINH. De moord op Berta staat in verband met haar strijd tegen de Agua Zarca-dam,die deels gefinancierd wordt door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO.
Vorige week publiceerde Global Witness "Honduras: the deadliest place to defend the planet". Dit schokkende rapport laat duidelijk zien hoe ernstig de mensenrechtensituatie in Honduras op dit moment is en zet de eis van Both ENDS en partnerorganisatie COPINH kracht bij: FMO moet zich terugtrekken uit de Agua Zarca-dam.
Afgevaardigden van de Nederlandse en de Duitse ontwikkelingsbank (FMO en DEG) zijn vandaag in Panama om met de regering aldaar te praten over de toekomst van het omstreden Barro Blanco-project. Afgelopen mei werden de sluizen van de dam bij wijze van test, maar volledig tegen de afspraken in, gesloten. Hierdoor komt een gedeelte van het omringende land onder water te staan en moeten sommige bewoners worden geëvacueerd. Both ENDS schreef samen met zeven andere organisaties een brief aan de directeuren van de twee banken, waarin we ze oproepen hun verantwoordelijkheid te nemen als investeerders in de dam.
Drie dagen nadat de eerste huizen onder water kwamen te staan door de Barro Blanco dam, sloot de Panamese regering een akkoord over deze dam met vertegenwoordigers van de Ngäbe-Bugle bevolking. De getroffen gemeenschappen zijn echter nog altijd niet betrokken bij het proces. Both ENDS maakt zich grote zorgen over deze ontwikkelingen. De bouw van de Barro Blanco-dam, medegefinancierd door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO, ontmoet grote weerstand van de mensen in het gebied waar de dam aangelegd wordt.
De sluizen in de Barro Blancodam in de Tabasará-rivier in Panama, die mede door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO wordt gefinancierd, zijn sinds vorige week dinsdag 24 mei gesloten. Dat gaat volstrekt in tegen de afspraak tussen de Panamese regering en het leiderschap van de inheemse bevolking. Vorig jaar augustus spraken zij af dat het reservoir van de dam niet gevuld zou worden voordat er een nieuwe overeenkomst bereikt zou zijn tussen alle belanghebbenden. Volgens de Panamese overheid en het bedrijf Genisa dat het prioject uitvoert, gaat het nu nog alleen maar om een test. Maar de test betekent dat de stand van het water 26 meter hoger komt dan in de toekomst de bedoeling is.