De miljoenenlening die de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO verstrekte aan Hondurese projectontwikkelaars van het bedrijf DESA voor de uitvoering van het omstreden Agua Zarca damproject in Honduras, houdt mogelijk verband met grove corruptie en geldverduistering. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd artikel in het Financieel Dagblad op basis van informatie verstrekt door COPINH, de inheemse organisatie die zich al jaren verzet tegen de bouw van de dam. Meerdere leden van de organisatie, onder andere haar leider Berta Cáceres, werden vermoord. Inmiddels is David Castillo, de directeur van DESA, veroordeeld voor betrokkenheid bij de moord op Berta Cáceres in 2016.
Op 25 maart jl, een dag na bloedige aanslagen in Noord-Mozambique, besloot de Nederlandse staat tot een exportkredietverzekering ter waarde van 900 miljoen euro voor de activiteiten van baggeraar Van Oord in het land. Het bedrijf voert baggerwerkzaamheden uit in een zeer omstreden gasproject dat volgens Mozambikaanse belangengroepen een belangrijke rol speelt in het escalerende geweld in de regio. Maatschappelijke organisaties Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International en de Mozambikaanse organisaties waarmee zij samenwerken, zijn geschokt over de gang van zaken en roepen de Nederlandse overheid en de Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB ter verantwoording.
Both ENDS heeft samen met 13 andere Nederlandse NGO's en vakbonden een brief gestuurd over de Indonesische Omnibuswet aan de Nederlandse minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Wij uiten hiermee onze bezorgdheid over de overhaaste goedkeuring van dit pakket aan wetten door het Indonesische parlement.
Vrijdag 20 november 2009; 17u30 - 19u30; Het Nutshuis in Den Haag
De wereld probeert in december een nieuw mondiaal klimaatverdrag tot stand te brengen om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan. De Europese Unie zegt grote ambities te hebben voor deze klimaattop in Kopenhagen. Maar de realiteit is dat de EU slechts voorwaardelijke doelstellingen stelt voor CO2 reductie binnen de eigen grenzen. Ook zijn er nauwelijks fondsen beschikbaar voor ontwikkelingslanden, waardoor deze niet adequaat kunnen inspelen op de huidige gevolgen van klimaatverandering. Daarbij opgeteld dat klimaat-onvriendelijke investeringen in bijv. grootschalige dammen of energieslurpende industrieën nog altijd op steun van de Europese Investeringsbank (EIB) kunnen rekenen, concluderen we dat het EU klimaatbeleid tegenstrijdigheden bevat. Hoe kan de EU zorgen voor een klimaatbestendiger en coherent beleid, en welke rol kan Nederland daarin spelen?
Binnenkort zijn er verkiezingen in Nederland. De politieke partijen slijpen hun messen en hebben hun plannen inmiddels uiteengezet in lijvige partijprogramma's. Die gaan, niet verrassend, hoofdzakelijk over binnenlandse thema's. Het thema buitenland wordt vooral genoemd in het licht van kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en als bedreiging op het gebied van gezondheid, privacy en concurrentie waartegen wij ons juist zouden moeten beschermen. Maar als we in Nederland willen verduurzamen moeten we vooral ook naar onze voetafdruk over de grenzen kijken en erop inzetten die te verkleinen. Both ENDS kijkt in de weken tot de verkiezingen waar binnen de partijprogramma's de kansen liggen.
In juli van dit jaar werden de contouren van het Klimaatakkoord gepresenteerd. Daar is door veel partijen hard aan gewerkt, en er zijn een aantal stevige afspraken gepresenteerd. ActionAid, SOMO en Both ENDS vinden dat er één heel belangrijk punt onderbelicht blijft, namelijk de internationale dimensie van klimaatbeleid. Anders gezegd: we moeten voorkomen dat de transitie die wij hier inzetten, schadelijke gevolgen heeft in het buitenland, en financiële publieke ondersteuning aan de fossiele sector afbouwen.
Both ENDS heeft een nieuwe 5-jaar strategie. Met de nieuwe strategie werken we via drie strategische routes toe naar het bereiken van onze visie en missie: 1) Een krachtig en invloedrijk maatschappelijk middenveld; 2) Systeemverandering in publieke instellingen die mens en milieu vooropstellen; en 3) Transformatieve praktijken zijn de norm.
De Wereldbank, een instelling die streeft naar duurzame mondiale ontwikkeling, wil zich nu profileren als de klimaatbank. Deze rol lijkt echter niet voor de hand te liggen en is eerder in tegenspraak met de uitvoering van haar beleid. Zo zijn criteria van haar klimaatinvesteringsfondsen niet ambitieus genoeg. De Wereldbank geeft bovendien aan zich niet met politieke beslissingen te willen bemoeien, terwijl oplossingen richting klimaatproblematiek mede via de politieke akkoorden bereikt zullen worden. Ook domineren Westerse landen de besluitvorming binnen de bank, en dat terwijl de klimaatproblematiek vooral juist de armere landen treft. Kortom: is de wereldbank wel zo geschikt voor deze rol als klimaatbank?