Both ENDS

Blog / 1 februari 2019

Treed eens in het voetspoor van een vreemde...

Gastblog

Zaterdag vijf uur 's ochtends: we verzamelen op kantoor. De groep van tien slaapt nog half. Kalikasan PNE, de organisatie waar ik stage loop, organiseert vrijwel ieder weekend een excursie. Vandaag gaan we naar een van de vissersgemeenschappen in Bulakan, waar de nieuwe luchthaven van Manila gepland is.

Doel van de excursies is kennis te maken met de mensen in Manila Bay en hun problemen. Binnen afzienbare tijd worden zij namelijk geconfronteerd met de landwinningsprojecten voor de ambitieuze bouwplannen van de overheid. De trips zijn bedoeld om de bevolking te informeren over de landwinningsprojecten, voor zover er iets over bekend is dan. Ook zal het gaan over mensenrechten en milieuwetgeving op basis van het nationale en internationale recht. "Zo helpen we de gemeenschappen zich te organiseren en mobiliseren tegen de agressieve bouwplannen", besluit onze teamleider haar inleidend praatje.

Over geen enkel landwinningsproject lijkt concrete informatie beschikbaar te zijn, dus ook niet voor de luchthaven Bulakan. Moeten de mensen weg? Hoe? Wanneer? Waarheen? En waarom eigenlijk? En zo niet, wat voor gevolgen heeft de luchthaven voor hen? De lokale en nationale overheid en de bedrijven die de projecten waarschijnlijk gaan uitvoeren zwijgen. De grassroots organisaties die samenwerken met de gemeenschappen weten het evenmin, maar zien wel overeenkomsten met eerdere landwinningsprojecten in het gebied. Met de massale verplaatsing van de bevolking die moet wijken voor winkelcentra en casino's en de niet ingeloste belofte van werkgelegenheid voor deze gemeenschappen in het achterhoofd bereiden ze de mensen voor op het ergste.

Dorp op palen

Deze zaterdagochtend springen we dus in een jeepney (een bont overgeschilderde oude Amerikaanse Jeep). Anderhalf uur later worden we afgezet bij een aanlegsteiger en klimmen we in een felgele boot die ons naar het dorp zal brengen.

Het dorp staat op bamboepalen. Het eiland is namelijk verzwolgen bij de laatste tyfoon. Alles wat er nog van rest zijn de funderingen waar de bamboepalen op rusten. Op de palen staan circa 80 huizen, een winkeltje en de kapel waar we ons verzamelen met 16 volwassenen en minstens evenveel kinderen. De aanwezigen worden aangemoedigd te vertellen over hun zorgen over het project en welke gevolgen ze vrezen voor hun levensonderhoud. "We worden vissen op het droge, happend naar adem. Letterlijk," zegt een vrouw. Discussies worden afgewisseld met presentaties door de vrijwilligers over milieu-thema's, mensenrechten en mogelijkheden voor actie. "Landwinning betekent dat het zeegras en de mangroves zullen verdwijnen", leggen ze uit. De toehoorders knikken. Vanuit de gemeenschappen is al gemeld dat er onlangs circa 700 mangrovebomen illegaal gekapt zijn. Gaat het luchthavenproject al van start? Misschien. Het lijk er wel op.

Manila Bay, de mangrovebaai

Van Manila wordt gezegd dat het vernoemd is naar de Nila(d), een mangrovesoort die vroeger overal rond de baai groeide. Een boom met wit-gele bloemen die wiegend in de wind leken te zwaaien naar bezoekers die de baai inkwamen en verlieten. Manila, 'waar de nila(d) is'. Wat er in de baai nog van rest, zijn wat schamele groepjes van de zoutwaterminnende bomen. De toekomst van deze natuurlijke kustversterking ziet dan ook er somber uit.

Na de lunch van rijst en gefrituurde bangus-vis splitsen we ons op in aparte groepen voor mannen en vrouwen. De sfeer is open en ontspannen. Er komen ook moeilijke thema's aan bod, zoals verkrachting. Een reëel gevaar voor de vrouwen zodra de bouwers naar het gebied stromen. Ook het risico van 'verlies van levensonderhoud' wordt uitgebreid besproken. De vissersgemeenschappen behoren tot de armste van de Filipijnen. Ze vangen vooral krabben en doen dat met de hand. De vrouwen zorgen voor de kinderen. Sommigen verkopen snoep en brood. Het gemiddelde inkomen van een vissersgezin bedraagt circa 10 euro per dag en daar moeten minstens vijf monden mee gevoed worden. Veel aanwezigen zijn bang dat verplaatsing betekent dat ze weg moeten bij de visgronden. Deze mensen hebben hun vaders vanaf hun tiende geholpen met het vangen van krabben. Als ze hun beroep kwijtraken, verliezen ze hun identiteit.

In de voetstappen van een vreemdeling

Ik logeer bij een van de gezinnen die de workshop hebben bijgewoond. Terwijl ik probeer de slaap te vatten, luister ik naar het zeewater dat tegen de fundering klotst. Het huis beweegt een beetje heen en weer. Bij ontwikkelingsprojecten wordt vaak beweerd dat de mensen geholpen zullen worden. Meestal wordt hun een duurzame toekomst voorgespiegeld waarbij de ongelijkheid zal worden aangepakt. Inmiddels zouden we echter moeten beseffen hoe arrogant het is te denken dat wij als buitenstaanders het leven van de ander kunnen verbeteren, terwijl we niet eens met hem overleggen. 'Wij' zien gezinnen die nauwelijks kunnen rondkomen van de visserij. 'Wij' zien vrouwen die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien. 'Wij' zien gemeenschappen die kwetsbaar zijn voor natuurrampen.

Maar als je naar hen toe gaat, leer je hoe beperkt onze blik is en vol vooroordelen. Pratend met de mensen in Bulakan op hun bamboepalen op een van de laatste eilanden omgeven door mangroves heb ik geleerd wat zo vaak vergeten wordt: '...treed eens in het voetspoor van een vreemde, dan leer je in een oogwenk zoveel bij' (inderdaad: een liedje van Disney). Ik heb gezien hoe grassroots organisaties praktisch zonder middelen op pad gaan om de vragen te stellen waarvan we zoden verwachten dat de overheid ze stelt: 'Hoe ziet uw leven eruit? Hoe zou het volgens u verbeterd kunnen worden? En hoe zou ik u daarbij kunnen ondersteunen?' Wij buitenstaanders zouden dan beseffen dat deze eilanden, waar het dagelijks leven inderdaad zwaar is en tyfoons vaak hun tol eisen, het ondanks alles waard zijn om voor te vechten.

Deze blog is geschreven door Pippi van Ommen, stagiair bij Kalikasan PNE (People's Network for the Environment), een grassroots organisatie op de Filipijnen.

 

Lees meer over dit onderwerp