Both ENDS

Blog / 23 maart 2017

Déjà vu – van Famatina via Orissa naar de Sioux en Groningen

Steeds als ik naar de beelden uit Groningen kijk, moet ik denken aan al die mensen wereldwijd met wie we al jaren werken en die soms al decennia lang precies hetzelfde meemaken. Mensen zien hun huizen instorten, en zelfs als ze zouden willen verhuizen zouden ze hun woningen aan de straatstenen niet kwijt kunnen. Steeds als ik hun woede en machteloosheid zie, komt de vergelijking bij me op.

Niet alleen in Groningen, maar over de hele wereld verzetten gewone mensen zich tegen olie- en gaswinning, mijnbouw, dammen en andere grootschalige projecten die er zouden moeten komen 'in het algemeen belang'. Terwijl Nederland vaak direct betrokken is bij de ontwikkeling van grote projecten in de hele wereld, is er in ons land weinig oog en ook weinig begrip voor de strijd die deze mensen voeren. We zien onszelf graag als het land dat ontwikkeling brengt en kunnen onze ogen sluiten voor die realiteit ‘ver van ons bed’ omdat het niet zo vaak voorkomt dat Nederlanders zelf de gevolgen van dat soort economische activiteiten aan den lijve ondervinden.

 

Het is voor ons moeilijk om écht iets te voelen als we beelden op het nieuws zien van Indianen met een kleurige outfit zich verzetten tegen de Dakota Access Pipeline of de Belo Monte Dam. Of om écht te begrijpen waarom die vrouwen en mannen in Honduras hun leven op het spel zetten om te voorkomen dat er een waterkrachtcentrale op hun grondgebied komt. En waarom protesteren mensen in India en Indonesië, in Argentinië en El Salvador massaal tegen de komst van grote mijnbouwbedrijven als het werkgelegenheid zou opleveren?

 

Maar nu gebeurt dat wat in de rest van de wereld aan de orde van de dag is opeens hier, in ons eigen land. In Groningen komen mensen in opstand tegen onrecht dat hun jarenlang wordt aangedaan. Wat rondom de gaswinning in Groningen speelt, heeft ontzettend veel overeenkomsten met de strijd van de indianen in de VS of in Brazilië, het verzet van de vrouwen in Honduras of de protesten tegen mijnbouw in Indonesië.

 

Groningen laat van dichtbij zien hoe gewone, geduldige en redelijke mensen eerst worden genegeerd, daarna aan de kant worden gezet met formaliteiten, op die manier gedwongen worden naar de rechtbank te gaan, om vervolgens vonnis na vonnis in hun voordeel te krijgen terwijl daadwerkelijke actie op de lange baan wordt geschoven. Het laat van dichtbij zien dat hen vervolgens niets anders rest dan naar buiten te treden en hun onvrede publiek te maken, in de hoop dat de druk op politici zo kan worden opgevoerd.

 

Nu het publieke debat is losgebarsten en de ze eindelijk een podium hebben, zijn de gedupeerden in Groningen begrijpelijkerwijs niet meer zo geduldig en redelijk. Als gevolg van het totale gebrek aan respect dat ze te verduren hebben, uiten ze hun woede op de publieke televisie, bijvoorbeeld richting onze Minister President, de man die voor hen symbool staat voor wat ze doormaken. Prompt reageert de heersende klasse in Nederland precies zoals dat in de rest van de wereld gebeurt als mensen die wanhopig vechten voor hun bestaan van leer trekken: het is verschrikkelijk onbehoorlijk om zo tegen 'het gezag' tekeer te gaan.

 

Groningen laat ook zien dat het leed van de mensen die strijden tegen grootschalige ontwikkelingen veel verder gaat dan materieel verlies. Het gaat over veel meer dan aardbevingen en verzakte huizen. Mensen zijn getergd; ze worden al jarenlang niet serieus genomen, hun problemen worden gebagatelliseerd en elke oplossing wordt weggewuifd of afgehouden.

 

Gelukkig is er hoop voor de Groningers. Ze hebben dankzij hun volhardendheid nu steun uit het hele land. Dankzij de manier waarop ons land is georganiseerd kunnen ze zonder gevaar voor eigen leven actie voeren, en is de solidariteit onder mensen groot. Ze zijn geen minderheid van indianen of vrouwen die gemakkelijk weggezet kunnen worden. Ze worden niet geïntimideerd of vermoord als ze voor hun recht opkomen. Hun protesten worden uiteindelijk gehoord en er is een gerede kans dat hun materiële schade uiteindelijk wordt gecompenseerd. En zo hoort het ook.

 

Dat is in heel veel andere landen anders. Ook in landen waar Nederland investeert en onderneemt, en waar we tot op de dag van vandaag wegkijken van mensen die zich in redelijkheid verzetten tegen mijnbouw, dammen of papierfabrieken. Het is hoog tijd dat we niet alleen de Groningers, maar alle mensen in de wereld die vaak mede door toedoen van Nederland in dezelfde situatie verkeren, serieus nemen en zorgen dat Nederlandse betrokkenheid in het buitenland leidt tot een beter leven voor iedereen, hier en daar.

 

 

 

 

Lees meer over dit onderwerp