Both ENDS

Transformative Practice

Agro-ecologie

Agro-ecologie is een verzamelnaam voor een set landbouwtechnieken, een wetenschapsgebied en een sociale beweging. Het doel van agro-ecologie is het transformeren van voedselsystemen ten behoeve van meer ecologische duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en weerbaarheid. Both ENDS en CSO-partners over heel de wereld ondersteunen boeren en veehouders die agro-ecologie toepassen, zowel bij de uitvoering ervan als bij het verkrijgen van politieke en financiële steun.

Agro-ecologie (in Nederland ook wel regeneratieve of natuurinclusieve landbouw genoemd) is een vorm van landbouw die ecologische principes toepast om interactie tussen bodems, planten, dieren, mensen en ecosystemen te bevorderen en zo op duurzame, weerbare en verantwoorde wijze voedzaam voedsel te produceren. Agro-ecologie imiteert en ondersteunt natuurlijke processen en respecteert het dynamische evenwicht binnen ecosystemen om voedsel te produceren met geringe externe input. De aanpak bouwt voort op inheemse kennis en is lokaal geworteld.

Agro-ecologie bestaat niet uit slechts één methode; er zijn verschillende agro-ecologische manieren om voedsel te verbouwen die door lokale grondgebruikers zijn aangepast aan hun leefomgeving. Voorbeelden uit ons netwerk zijn door boeren beheerde natuurlijke regeneratie in de Sahel, analoge bosbouw in Sri Lanka, Kameroen en Costa Rica, verbetering van aangetaste bodems door bioremediatie in Bolivia, en biologische familiebedrijven in Kenia en Brazilië.

Duurzame en inclusieve voedselproductie

Agro-ecologische voedselproductie is niet alleen duurzaam en klimaatbestendig, maar ook inclusief, omdat het kleinschalige boeren en veehouders centraal stelt door verantwoord bestuur, nauw contact tussen producenten en consumenten, gezamenlijke kennisopbouw, circulaire economieën en het waarborgen van sociale waarden. Vrouwen zijn belangrijk binnen de agro-ecologie: zij beschikken over kennis, produceren en verkopen voedsel en voeden hun gezin. In agro-ecologische systemen worden vrouwen gewaardeerd als autonoom handelende personen. Terecht, want de meeste kleinschalige voedselproducenten zijn vrouwen. Een voorbeeld hiervan is de campagne "cadernetas agroecológicas" (agro-ecologische notitieboekjes) in Brazilië, die vrouwen helpt inzicht te krijgen in hun voedselproductie, wat ze sterker en zichtbaarder maakt binnen hun gemeenschap.

Agro-ecologie is een reëel alternatief voor het dominante agro-industriële voedselsysteem, dat afhankelijk is van externe input als kapitaal, landbouwchemicaliën en synthetische meststoffen. Dit dominante systeem gaan hand in hand met de grootschalige internationale grondstoffenhandel, die naast milieuschade zoals bodemdegradatie, ontbossing en klimaatverandering ook sociale ongelijkheden veroorzaakt, vanwege de behoefte aan land en goedkope arbeidskrachten. Agro-ecologie daarentegen levert voedsel op voor boeren, hun gemeenschappen en regio's, draagt bij aan het waarborgen van het recht op voedsel en zorgt voor gezonde bodems en ecosystemen.

Pleiten voor financiering en beleidsondersteuning

Both ENDS werkt samen met haar partners aan de transformatie van voedsel- en landbouwsystemen: door lokale, inclusieve en duurzame systemen te ondersteunen die weerbaarder zijn tegen externe factoren en door voor iedereen kansen te creëren om op duurzame wijze hun eigen voedsel te produceren.

Hoewel agro-ecologie gestaag terrein wint onder boeren, NGO's, beleidsmakers, wetenschappers, vakbonden, consumenten en andere bondgenoten, kan het niet op tegen de huidige systematische beleidsmatige en financiële ondersteuning van de agro-industrie. Both ENDS en haar partners willen daar verandering in brengen.

Grondgebruikers, met name vrouwen en jongeren, moeten betere toegang krijgen tot land en hun grond(gebruiks-)rechten moeten worden veiliggesteld, zodat ze kunnen investeren in natuurlijke langetermijnprocessen zoals het verbeteren van de bodemgezondheid, bomen planten en technieken om regenwater op te vangen. Hiervoor moeten wetten, regels, procedures en beleid rekening houden met grondbezitszekerheid en inclusieve ruimtelijke ordening. Een andere belangrijke voorwaarde is het bevoordelen van agro-ecologische producten op lokale, regionale en nationale markten ten opzichte van landbouwproducten die afhankelijk zijn van chemicaliën, de bodemgezondheid aantasten en mensenrechten schenden.

Ook op internationaal niveau zijn systeemveranderingen nodig om lokale, duurzame voedselproductie mogelijk te maken. Een van die veranderingen is het opheffen van beperkingen op het ontwikkelen, uitwisselen en bewaren van zaden door boeren. Momenteel eisen handelsovereenkomsten vaak dat landen de UPOV-regels voor de productie en uitwisseling van zaden overnemen. Dit betekent dat een land moet voldoen aan de strenge UPOV-regels die de belangen van multinational zaadbedrijven dienen en traditionele, lokale zaadbeheersystemen ondermijnen, waarin boeren zaden delen, aanpassen aan droogte en klimaatverandering en waarmee ze de (agro)biodiversiteit ondersteunen.

Beleid zou ook lokale voedselketens en plantaardige diëten moeten ondersteunen, in plaats van de infrastructuur voor internationale transport van agrarische bulkproducten zoals soja. Dit zou bovendien ruimte opleveren voor agro-ecologische voedselproductie.

Kleinschalige boeren, en dan vooral vrouwen, die doorgaans minder toegang hebben tot land en (dus) tot financiële middelen dan mannen, moeten bovendien gesteund worden bij het verbeteren van hun duurzame voedselproductie. Met financiële steun kunnen gemeenschappen, coöperaties en vrouwengroepen bestaande agro-ecologische methodes verbeteren en nieuwe activiteiten ontwikkelen, zoals boerenmarkten en verbeterde zaadbanken, of in gesprek gaan met beleidsmakers over beleid en ruimtelijke ordening. Both ENDS en haar partners pleiten daarom voor betere toegang tot financiële steun voor boeren, veehouders, vrouwen, jongeren en de organisaties die hen ondersteunen. Een goede manier om dit te organisaeren is via small grants funds – fondsen die kleine subsidies uitgeven – en andere innovatieve financiële mechanismen. Zij zijn in staat om lokale, kleinschalige voedselproducenten te ondersteunen bij de duurzame en inclusieve transformatie van voedsel- en landbouwsystemen.

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp