Both ENDS

Nieuws / 22 oktober 2017

Waar liggen de kansen voor minister Kaag?

Nu het regeerakkoord er ligt en we Sigrid Kaag als nieuwe minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van Rutte III mogen verwelkomen, kunnen we vooruitkijken naar waar de kansen liggen in de plannen van de nieuwe coalitie om vanuit Nederland de wereld duurzamer en eerlijker te maken. Het regeerakkoord, dat een brug probeert te slaan tussen het politieke midden en centrumrechts, is een knap staaltje compromiswerk. Dat is in de huidige internationale context van steeds meer uit elkaar groeiende samenlevingen een opvallende prestatie. 

Het akkoord geeft de minister van Handel en Ontwikkelingssamenwerking veel ruimte om een verschil te maken op het vlak van internationaal beleid, juist omdat het zo weinig expliciet benoemt. Het biedt Nederland, dat als open economie grote invloed heeft op mens en natuur ver over onze eigen grenzen heen, veel kansen, maar er liggen ook zeker grote bedreigingen op de loer.

 

Nederland, Nederlanders en bedrijven

Voor minister Kaag ligt er een centrale uitdaging: het regeerakkoord richt zich bijna uitsluitend op Nederland en de Nederlanders. Rutte III lijkt niet te willen erkennen dat het de verantwoordelijkheid heeft gekregen over een Nederland dat als 17de economie ter wereld, als dienstverlener van fossiele industrieën en als essentiële schakel in een mondiaal destructief landbouwmodel, grote invloed heeft op mensen en hun leefomgeving over de hele wereld. De houding van Rutte III dreigt een voorzetting te worden van die van vorige kabinetten, die ook de rol van Nederland en onze wereldwijde impact bewust leken te negeren.

 

Om te voorkomen dat dit beleid leidt tot verdere schending van mensenrechten en vernietiging van natuur, is het van het grootste belang dat minister Kaag, samen met bedrijven, Tweede Kamerleden, wetenschappers en maatschappelijke organisaties bewaakt dat bestaande internationale afspraken over mensenrechten en natuurbescherming, worden gehandhaafd. Als internationaal diplomaat die de VN tot in de haarvaten kent, zal ze het fundamentele belang van wereldwijde afspraken op gebied van mensenrechten en natuur erkennen.

 

Zij kan zorgen dat geldstromen vanuit de Nederlandse overheid aan internationale standaarden voldoen. De instituties die hier een belangrijke verantwoordelijkheid in hebben - National Contact Points van de OESO, regionale mensenrechtencommissies, het ICC - moeten blijvend en actief worden ondersteund. Het belang daarvan wordt onderstreept doordat Rutte III terecht het bevorderen van de rechtsstaat als een van de vier speerpunten van haar beleid benoemt. Nederland zal dus door moeten gaan met investeren in het versterken van de internationale rechtsorde, zodat mensenrechten niet meer ongestraft geschonden worden door bedrijven en financiële instellingen.

 

Groen en duurzaam

Het regeerakkoord lijkt gehoor te geven aan de gigantische maatschappelijke druk om klimaatverandering serieus te nemen. Gegeven de positie van Nederland als een van de Europese lidstaten die zich consequent niet houdt aan gemaakte afspraken, is dat op zich een hoognodige stap in de goede richting. De reacties van opinieleiders, maatschappelijke organisaties en bedrijven laten echter zien dat de woorden van Rutte III niet overtuigen.

 

Naast de verrassend optimistische inzet op het opslaan van ons klimaatafval in de bodem, is het zeer opvallend dat een van de belangrijkste sleutels tot verduurzaming niet wordt genoemd: het fossielvrij maken van het eigen overheidsbudget. Het feit dat daarover niets in het akkoord staat biedt kansen, want de discussie over de 8 miljard aan staatsteun voor fossiel komt net goed op stoom. Er komen debatten, er zijn moties aangenomen die transparantie op dit gebied eisen en De Nederlandse Bank zit steeds strakker op de lijn dat klimaatrisico’s inzichtelijk moeten worden gemaakt.

 

Er zijn dus zeker mogelijkheden om de komende jaren een einde te maken aan de miljarden aan subsidies, belastingvoordelen en exportkredietverzekeringen vanuit de Nederlandse overheid voor de fossiele sector. Vele van deze instrumenten vallen direct onder de verantwoordelijkheid van de minister van Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Als minister Kaag haar budget de komende jaren fossielvrij maakt zou ze de hernieuwbare-energiesector en andere klimaatrelevante sectoren een enorme impuls geven. Dat zou op termijn de schadelijke gevolgen voor mens en milieu van de winning en het transport van olie, kolen en gas in kwetsbare landen en regio’s,  aanzienlijk verminderen. Tegelijkertijd zou het de ambities van Rutte III richting de klimaatdoelen van Parijs, helpen waarmaken.

 

Mensenrechten en klimaatfinanciering

Both ENDS is blij dat het kabinet meer geld beschikbaar zal stellen voor de bescherming van mensenrechten en de versterking van het netwerk van ambassades en consulaten. Er zit een sterke relatie tussen deze twee voornemens: de ambassades kunnen een sterke rol spelen in het steunen van maatschappelijke actoren –zowel organisaties als individuen- die opkomen voor de rechten van mens, zeker ook daar waar het gaat om de mensenrechten op water, voedsel en een gezonde en veilige leefomgeving. Lokale maatschappelijke organisaties moeten zich gemakkelijk tot de ambassade kunnen wenden met suggesties en via een constante dialoog misstanden tijdig kunnen signaleren. Nederlandse ambassades hebben daarnaast een belangrijke rol te vervullen in het informeren en ondersteunen van investeerders en bedrijven in het respecteren van deze rechten. 

 

Rutte III maakt extra middelen vrij voor klimaatfinanciering in het buitenland, zodat landen zich kunnen wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daar ligt een enorme kans om de huidige internationale realiteit van klimaatfinanciering, die tot nu toe voornamelijk terecht komt bij grootschalige projecten waar Westerse bedrijven en banken baat bij hebben ten nadele van mensen die het meest getroffen worden door klimaatverandering, te veranderen. Dit geld moet ingezet worden voor het financieren van lokale actoren: gemeentes, boerencoöperaties, vrouwengroepen en inheemse groepen. Dat is heel goed te realiseren door de middelen weg te zetten via small grants funds. Alleen door op die manier aan de daadwerkelijke behoeftes van mensen zelf tegemoet te komen, zullen de extra klimaatmiddelen van Rutte III aanvullend zijn op al bestaande internationale klimaatfinanciering.

 

Grondoorzaken armoede en migratie

Rutte III erkent dat onderontwikkeling van grote invloed is op migratiestromen en stelt terecht dat de grondoorzaken van migratie aangepakt moeten worden. Die grondoorzaken hebben vooral te maken met onveiligheid, met erosie van de natuurlijke omgeving en het vernietigen of onteigenen van lokale middelen van bestaan, met een gebrek aan publieke infrastructuur en goed bestuur, met land- en waterroof door ontwikkelaars van grootschalige infrastructuur-, mijnbouw en landbouwprojecten en met de gevolgen van klimaatverandering.

 

De uitdaging voor Minister Kaag wordt om het regeerakkoord niet al te letterlijk te nemen. Want op het eerste oog lijkt Rutte III de grondoorzaken van migratie aan te pakken door opvang in de regio en door grensbewaking. Dat is op z’n zachts gezegd een zeer eenzijdige kijk op migratie, vanuit een benepen Nederland dat zich geen onderdeel voelt van de mondiale samenleving. De staat van dienst van de nieuwe minister geeft ons het vertrouwen dat haar blik verder zal reiken dan de woorden van het regeerakkoord en dat ze synergie zal creëren tussen de 4 speerpunten van het beleid – landbouw, water, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en het bevorderen van de rechtsstaat - en het complexe internationale migratievraagstuk.

 

Vrijhandel en investeringen over de grens

Het regeerakkoord zet de lijn van Rutte’s vorige kabinet voort, door handel als integraal onderdeel te zien van het buitenlandbeleid. Het voornemen is om te zorgen voor ‘eerlijke vrijhandel’. Dat klink simpel, maar het zou een grote omslag betekenen in de positie van Nederland op dit moment. De afspraken die we op dit moment vastleggen in handels- en investeringsverdragen zijn namelijk allesbehalve ‘eerlijk’; de verdragen die we sluiten beperken armere landen in hun eigenstandige ontwikkeling omdat ze hun opkomende industrieën niet kunnen beschermen. De verdragen maken dat arme landen nog steeds, zoals ze al doen sinds de koloniale tijd, alleen primaire grondstoffen aan het rijke Westen blijven leveren.

 

Feit is dat, gegeven de huidige handelsverhoudingen, ontwikkelingslanden altijd het onderspit delven. Om handel eerlijk te maken zal de minister bindende regels aan overheden en bedrijven moeten opleggen zodat alle partijen, voor zover mogelijk, gelijke kansen hebben. Om dit voor elkaar te krijgen zal zij op zijn minst de lijn die is ingezet door het vorige kabinet, moeten voorzetten. Dat betekent dat de onderhandelingen over handels- en investeringsverdragen transparant moeten worden, dat er een stevige discussie gevoerd zal moeten worden over de (on)wenselijkheid van investeringsverdragen, en dat een open dialoog met politieke en maatschappelijke organisaties - zowel in eigen land als over de grens - blijvend versterkt moet worden. Bovendien moet vanuit de internationale diplomatie stevig ingezet worden op het versterken van het internationale juridische systeem, zodat bedrijven niet langer alleen rechten hebben, maar ook de bindende plicht om alle mensenrechten - ook die op gebied van arbeid, milieu en zelfbeschikking - te respecteren.

 

Ook zal de minister, net als maatschappelijke organisaties, verder moeten kijken dan de handel- en hulpagenda. Want als de ambitie van Rutte III echt is om eerlijke vrijhandel te promoten, zal het moeten zorgen dat Nederlandse en andere internationale bedrijven belasting betalen in die landen waar ze hun grondstoffen vandaan halen en waar hun productie en vaak ook hun afzet plaatsvindt. Alleen dan kunnen de overheden in die landen de noodzakelijke publieke infrastructuur optuigen om hun eigen economie voor de lange termijn te ontwikkelen. Rutte III doet echter precies het omgekeerde: het verzwakt de regels voor bedrijven om te rapporteren waar ze belasting betalen en doet onvoldoende moeite om Nederland's spilfunctie in belastingontwijking te verkleinen.

 

Waar liggen de kansen

De ecologische en sociale voetafdruk van Nederlandse handels- en investeringsactiviteiten buiten onze grenzen, is immens. In dit regeerakkoord wordt niet ingegaan op maatregelen die deze voetafdruk kunnen verminderen, terwijl daar zeker ruimte voor is.

 

Het nieuw op te tuigen INVEST-NL - het nieuwe loket voor risicokapitaal, garanties, exportkredietverzekeringen en internationale financieringsprogramma’s - is daar een goed voorbeeld van. Naar verwachting wordt één derde van de in totaal 2,5 miljard binnen INVEST-NL gereserveerd voor activiteiten in het buitenland. De minister, als eindverantwoordelijke voor de buitenlandse activiteiten van INVEST-NL, zal namens Rutte III in moeten zetten op een daadwerkelijke transitie naar een duurzame samenleving. INVEST-NL zou niet alleen fossielvrij moeten worden, maar ook scherpe sociale- en milieuregels moeten hanteren bij het doen van investeringen, het verlenen van krediet en het afdekken van investeringsrisico’s. Dat soort regels zijn onontbeerlijk om te voorkomen dat die activiteiten schadelijke gevolgen hebben voor mens en natuur in de landen waar ze gaan plaatsvinden.

 

Het Regeerakkoord laat veel ruimte aan de nieuwe bewindvoerders, juist omdat het een aantal strategische zaken niet benoemt. Daar liggen, zeker ook voor onze nieuwe minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, enorme kansen. De kans om staatssteun aan de fossiele industrie en aanverwante bedrijven af te bouwen, om INVEST-NL een echt transitiefonds te maken met hoge milieu- en mensenrechtenstandaarden en de kans om klimaatgeld bij die mensen te krijgen die het niet alleen het hardst nodig hebben, maar er ook het meest effectief gebruik van zullen maken. Samen met onze Nederlandse en internationale partnerorganisaties zal Both ENDS in dialoog blijven gaan met de minister en haar collega’s om deze ambities te realiseren in de komende regeerperiode, die cruciaal is voor de klimaat-, milieu- en ontwikkelingsagenda.

 

 

 

Foto: door SOAS, University of London - YouTube; CISD Annual lecture by Sigrid Kaag, SOAS, University of London Still at 8:03 min, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=63507028

 

 

Lees meer over dit onderwerp