Both ENDS

Nieuws / 10 July 2025

Hoe Shell wegloopt van verantwoordelijkheid in de Nigerdelta

Naar aanleiding van de deelname van Both ENDS en het Kebekatche Women Development & Research Centre aan Shell’s Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), en een formeel schriftelijk vervolg daarop, roept de reactie van Shell plc meer vragen op dan zij beantwoordt.

Eerder dit jaar rondde Shell plc de omstreden verkoop af van haar dochteronderneming voor activiteiten op het land, de Shell Petroleum Development Company (SPDC), aan de Renaissance Group. Dit gebeurde ondanks de publieke afwijzing door de nationale autoriteit NUPRC en de wijdverspreide protesten van maatschappelijke organisaties en gemeenschappen in de frontlinie in de Nigerdelta.

Een verantwoord vertrek is een cruciaal onderdeel van een rechtvaardige energietransitie: het betekent dat oliebedrijven niet simpelweg weglopen van de schade die ze hebben aangericht. Een echte transitie houdt in dat geleden schade wordt aangepakt, gemeenschappen worden ondersteund in hun veerkracht, en ecosystemen worden hersteld voordat men verdergaat.

Both ENDS heeft, samen met Nigeriaanse en internationale maatschappelijke organisaties, herhaaldelijk Shell en de Nigeriaanse regering opgeroepen tot verantwoord desinvesteren: een proces dat bedrijfsverantwoordelijkheid waarborgt, milieuschade herstelt en eerlijke compensatie biedt aan getroffen gemeenschappen die al meer dan 70 jaar in een vervuilde omgeving leven.

Dit is wat Shell níet beantwoordde – en waarom dat ertoe doet:

1. Geen duidelijkheid over wie de olievervuiling gaat opruimen
Shell ging niet in op onze eerste vraag: bestaan er afspraken tussen SPDC en Renaissance over de kosten van ontmanteling of milieusaneringsactiviteiten met betrekking tot SPDC-activa?

Voor gemeenschappen die al decennialang te maken hebben met olielekkages, gasfakkels en vergiftigd drinkwater, is dit geen detail – het is een kwestie van rechtvaardigheid en overleven. Shells stilte suggereert sterk dat er geen saneringsplan is. Het niet bekendmaken of zelfs maar erkennen van zulke plannen wekt de indruk dat Shell zich terugtrekt zonder haar schoonmaakverplichting, waardoor de last wordt doorgeschoven naar de Nigeriaanse overheid en kwetsbare lokale gemeenschappen.

2. Geen openbaarmaking van wettelijk verplichte milieustudies
Shell weigerde te reageren op de directe vraag of het Milieuevaluatiestudies (Environmental Evaluation Studies, EES) heeft uitgevoerd, die sinds 2022 wettelijk verplicht zijn onder Nigeriaanse milieuwetgeving, en of deze openbaar zouden worden gemaakt.

In plaats daarvan verwijst Shell naar algemene beleidsdocumenten zoals haar bedrijfsprincipes, gedragscode en jaarverslag, die geen van allen ingaan op het concrete verzoek om de EES of het S&P Global-rapport dat volgens berichten ten grondslag lag aan de afwijzing van de SPDC-verkoop door de NUPRC.

Als lid van het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI) wordt van Shell verwacht dat het hoge standaarden van transparantie en openheid hanteert. Het niet openbaar maken van deze documenten ondermijnt de geloofwaardigheid van Shells desinvesteringsproces en laat zowel belanghebbenden als getroffen gemeenschappen in het duister.

3. Anderen de schuld geven van olielekkages en vervuiling
Op de vraag hoe Shell van plan is de gevolgen voor de volksgezondheid van de vervuiling in de Nigerdelta aan te pakken, schoof het bedrijf de schuld opnieuw af op “illegale raffinage, sabotage en oliediefstal” – een narratief dat herhaaldelijk is tegengesproken door onafhankelijke onderzoeken, journalisten en lokale gemeenschapswaarnemers.

Belangrijk is dat een recente uitspraak van het Britse Hooggerechtshof in de zaak Alame v Shell de deur opent voor juridische aansprakelijkheid van Shell voor olielekkages, zelfs wanneer die door derden zijn veroorzaakt, indien tijdens de komende rechtszaak kan worden aangetoond dat Shell onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen. Ondertussen heeft de Nigeriaanse maatschappelijke organisatie HEDA ook juridische stappen gezet tegen SPDC, met het argument dat Shell de verkoop gebruikt om aansprakelijkheid voor milieu- en mensenrechtenschendingen te ontlopen.

Shells ESG-beloftes blijken leeg

Shell beweert “robuuste procedures” te hebben voor het beheersen van juridische risico’s en respect voor mensenrechten in haar beleid te hebben verankerd. Maar deze claims vallen in duigen zodra het bedrijf geen basale vragen kan beantwoorden over schoonmaak, naleving van wetgeving en de gezondheid van de gemeenschappen die het treft.

Door te desinvesteren zonder transparantie, het achterhouden van verplichte milieustudies en het ontkennen van verantwoordelijkheid voor de grootschalige vervuiling in de Nigerdelta, ondermijnt Shell actief haar eigen ESG-beloften en tast ze het vertrouwen van aandeelhouders, toezichthouders en gemeenschappen in de frontlinie aan.

Wat verantwoord desinvesteren inhoudt – en wat Shell nú moet doen

Een verantwoord vertrek kan niet betekenen weglopen van decennia van olierampzaligheid. Wij roepen Shell op om:

  • Openbaar te maken welke afspraken er zijn met Renaissance over milieusanering en ontmanteling;

  • De wettelijk verplichte Milieuevaluatiestudies en het S&P Global-rapport, dat leidde tot de afwijzing van de verkoop door NUPRC, openbaar te maken;

  • Zich te committeren aan langdurige financiering van milieusanering en gezondheidszorg voor getroffen gemeenschappen in de Nigerdelta.

Lees de volledige reactie van Shell (pdf)

Both ENDS blijft onvoorwaardelijk solidair met de bevolking van de Nigerdelta. Een rechtvaardige energietransitie vraagt om echte verantwoording – en er kan geen sprake zijn van een verantwoord vertrek zonder schoonmaak, compensatie en gerechtigheid.

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp