Both ENDS

Nieuws / 12 februari 2014

Afrika aan de IJssel

“I will not go!” roept Sena Alouka als we langs de snelweg vanuit de touringcar een eenzame boerderij zien die aan alle kanten is omringd door bulldozers en omgewoelde grond. Een bekend plaatje voor de meesten in de bus: negen Afrikanen, een Indonesiër en een handvol Nederlanders. In Afrika en Indonesië zijn huisuitzettingen en landonteigeningen aan de orde van de dag. Spontaan scandeert de hele groep: ”I will not go! We will support you!”

Ruimte voor de Rivier

Het is 6 februari en we zijn op weg naar Voorst, waar we een kijkje gaan nemen bij het project ‘Ruimte voor de rivier’. Sena Alouka, directeur van milieu-organisatie JVE uit Togo, werkt net als de rest van de groep aan duurzaam waterbeheer en eerlijke verdeling van water in zijn eigen land. De leden van de groep werken allemaal met gemeenschappen die aan den lijve ondervinden hoe het is om je broodwinning te verliezen als er ineens geen vis meer in de rivier zwemt of als er zelfs geen rivier meer is om in te vissen. Of als je land en je huis juist onder water komen te staan. In Nederland gebeurt dat laatste dus ook en wij gaan kijken hoe dat hier wordt aangepakt.

 

in_de_bus_kl

 

Meedenken

Alle partners weten door jarenlange ervaring hoe moeilijk het is om water en rivieren op een duurzame manier te beheren en hoe belangrijk het is om alle watergebruikers (omwonenden, boeren, bedrijven) daarbij te betrekken. Plannen die door de autoriteiten worden bedacht en zonder overleg worden ingevoerd, zijn vaak gedoemd te mislukken. Pas als iedereen meedenkt en ieders ideeën serieus worden meegenomen, zal ook iedereen zich verantwoordelijk voelen voor het slagen van het plan. Het toverwoord is dus ‘participatief waterbeheer’. Maar onze partners gaan verder dan dat: plannen zouden niet alleen door de betrokkenen moeten worden goedgekeurd, maar de betrokkenen zouden samen de plannen moeten ontwerpen.

 

Topsector Water

Deze manier van werken, die de ‘Negotiated Approach’ wordt genoemd, heeft al goede resultaten opgeleverd in verschillende stroomgebieden in de wereld. Both ENDS is samen met deze Afrikaanse en Indonesische partnerorganisaties hard bezig de methode ook in hun regio’s in de praktijk te brengen. Dat heeft alleen kans van slagen als er steun voor is vanuit nationale en lokale overheden, en Nederland kan daarin een belangrijke rol spelen. Nederland heeft ‘water’ aangewezen als één van de ‘topsectoren’ waarop we moeten inzetten. Wij Nederlanders weten als geen ander hoe we water naar onze hand moeten zetten en die kennis willen we maar wat graag exporteren.

 

 

Sena Alouka - JVE

  Serah_Munguti_NK_and_Papa_Mawade_Wade_WI_  

Robert Kugonza from NAPE

Sena Alouka (JVE Togo)    Serah Munguti (Nature Kenya) and Papa Wawade Wade (Wetlands International Senegal)   Robert Kugonza (NAPE Uganda)

 

 

Maar we zouden behalve de technische kennis ook de ‘software’ van waterbeheer moeten exporteren: onze ervaring met overleg, onderhandelen, het ‘poldermodel’. In waterbeheer is de ‘software’ minstens zo belangrijk als de ‘hardware’. Dat werd goed duidelijk tijdens een door Both ENDS georganiseerde lunchlezing op 5 februari jl. op het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar twee van onze partners een presentatie gaven. Aan de hand van hun praktijkervaringen uit Kenia en Togo zetten ze die boodschap krachtig neer.

 

Terug in Voorst

Eenmaal bij het Waterschap in Voorst aangekomen, zien we met eigen ogen hoe de waterproblematiek aan de IJssel er in de praktijk uitziet. Meteen wordt ook duidelijk dat de Nederlandse en de Afrikaanse werkelijkheid totaal van elkaar verschillen. “Hoeveel huizen komen onder water te staan?”, vraagt Serah Munguti van ‘Nature Kenya’ aan degene die het project presenteert. “Voor dit specifieke deel van het project moeten we een stuk of acht gezinnen verplaatsen.” Ongelovig staren onze gasten hem aan: al dit gedoe om acht gezinnen? In Afrika of Azië heb je het bij een gemiddeld probleem al gauw over honderden gedupeerden. Mensen die de schade ook nog eens niet of nauwelijks gecompenseerd krijgen. “En hoeveel schadevergoeding krijgen die acht gezinnen dan?”, vraagt Munguti. “Genoeg om een nieuwe boerderij te kunnen kopen, alle spullen te verhuizen en helemaal opnieuw te beginnen.”

 

Prigi

 Prigi Arisandi (Ecoton Indonesia)

 

Ook Prigi Arisandi van de Indonesische organisatie "Ecoton" is diep onder de indruk. "Wij zijn al blij dat onze lokale overheid na jaren strijd en protest eindelijk verantwoordelijkheid neemt voor de kwaliteit van het water in onze rivier. Het voorkomen van overstromingen die misschien ooit gaan plaatsvinden is in Indonesië nog lang niet aan de orde."

 

Groep in weiland

 

Bereidheid kost geen geld

Het is duidelijk dat het Nederlandse model niet één op één kan worden gekopieerd naar Afrika, Azië of Latijns-Amerika. In Nederland wordt gewerkt met planningen voor de zeer lange termijn, die tot stand komen op basis van grondige studies, terwijl in niet-Westerse landen vaak veel meer ad hoc wordt gewerkt. Dat verander je niet van de één op de andere dag. Maar het onderhandelen, het luisteren naar de mensen die praktijkervaring hebben, het begrip krijgen voor elkaars standpunt, het afwegen van verschillende belangen en gezamenlijk tot een compromis komen, dat past wel degelijk in een andere werkelijkheid dan alleen de Nederlandse. Daarvoor is in eerste instantie vooral bewustwording, steun en bereidheid nodig. Die hopen onze gasten ook uit Nederland te krijgen.

 

Meer informatie:

Praktijkervaringen van onze Afrikaanse partners

Video over de Negotiated Approach in India en Afrika

 

 

Lees meer over dit onderwerp