Both ENDS

Nieuws / 30 juni 2017

De palmoliedroom: te mooi om waar te zijn

In 2005 benaderde een palmoliebedrijf de inwoners van het dorpje Kiungkang in West-Kalimantan, Indonesie. Ze boden aan om hun boerderijtjes om te vormen tot kleine oliepalmbedrijfjes. Veel boeren stemden in vanwege de hoge maandinkomens die het bedrijf hen voorspiegelde. Helaas blijkt deze palmoliedroom niet meer te zijn dan een illusie.

In Kiungkang boodt het palmoliebedrijf dat een concessie heeft rond het dorp, PT SML, de boeren aan hun hele land te beplanten met oliepalmen. Het bedrijf voegt vervolgens 80% van het land aan zijn eigen plantage toe. De overige 20% wordt onderhouden door de boer, die zijn oliepalmvruchten vervolgens aan het bedrijf verkoopt. Afhankelijk van de omvang van hun kleinbedrijf, zouden de boeren daarmee zo'n 9 miljoen Roepies (± € 600) per maand kunnen verdienen, bijna twee keer het gemiddelde inkomen in Indonesië. Een aantrekkelijk vooruitzicht!


Kleinbedrijf in palmolie: niet genoeg om van te leven
Maar toen Both ENDS-medewerkers Roos Nijpels en Michael Rice het dorp bezochten met onze partnerorganisatie Link-AR Borneo, vertelden de boeren een heel ander verhaal: de boeren waren verplicht hun oliepalmvruchten te verkopen aan PT SML tegen tarieven die door het bedrijf werden vastgesteld. Ze moesten onnodige leningen met hoge rentes bij PT SML afsluiten voor de aanplant van oliepalmen op hun grond. De boeren waren ook verplicht om kunstmest en pesticiden van het bedrijf te kopen, te betalen voor het vervoeren van hun palmvruchten naar de verwerkingsfabriek, en maandelijks "managementkosten" af te dragen.


Het bedrijf trekt deze 'kosten' af van het inkomen van de boeren. Uiteindelijk krijgen de meeste boeren slechts een fractie - vaak niet meer dan 10% - van wat hen oorspronkelijk beloofd werd: een bedrag ver onder het gemiddelde inkomen en zelfs onder de armoedegrens. De impact op hun levensonderhoud is dramatisch. Sommige boeren zijn gedwongen om op de plantage van het bedrijf te werken, omdat hun kleinbedrijf niet genoeg inkomen biedt om hun gezinnen te voeden, zeker nu ze geen voedsel meer kunnen verbouwen op hun eigen grond, die beplant is met oliepalmen.


Milieueffecten van palmolieplantages
Maar de gevolgen zijn niet alleen financieel. De dorpelingen lieten Roos en Michael de lege percelen zien die vroeger rijstvelden waren. Deze zijn verlaten sinds het water opraakte en pesticiden en meststoffen het land te veel verontreinigden om voedsel te verbouwen. In een deel van Kiungkang is het water niet meer veilig om te drinken of mee te wassen.

 

Boer en lid van de dorpsraad Abang vertelt in deze korte video over de gevolgen van palmolie in zijn dorp:


Hoewel er in het dorp onenigheid is over wat er gedaan moet worden, is men het erover eens dat de komst van het palmoliebedrijf het leven van de dorpelingen ingrijpend heeft veranderd. Veel bewoners zijn echter bang om tegen het bedrijf te protesteren, omdat ze nu afhankelijk zijn van werk op de palmolieplantage en het zich niet kunnen veroorloven hun banen te verliezen. De overheid helpt hen niet; de brieven waarmee zij hun volksvertegenwoordigers informeerden over de problemen die de oliepalmplantage veroorzaakt, zijn jarenlang genegeerd.


Zoeken naar oplossingen
Both ENDS en Link-AR Borneo onderzoeken nu of RSPO's klachtenmechanisme uitkomst biedt. Hoewel PT SML geen lid is van de RSPO (Round Table on Sustainable Palm Oil), leveren ze naar verluid wel aan RSPO-lid Wilmar International, 's werelds grootste palmolieproducent en een belangrijke leverancier aan bedrijven zoals Unilever. Deze leveringsketen is niet altijd eenvoudig te verifiëren. Daarom is het belangrijk dat lokale organisaties zoals Link-AR Borneo gemeenschappen ondersteunen in het zoeken naar mogelijkheden om hun zorgen en problemen kenbaar te maken.


In Kiungkang helpt Link-AR Borneo bovendien de kleinbedrijven om hun afspraken met PT SML te doorgronden en te beoordelen of er mogelijkheden zijn voor het heronderhandelen of beëindigen van de afspraken. De boeren worden door PT SML vaak onwetend gehouden over de aard van hun relatie met het palmoliebedrijf en over hun mogelijkheden.


Alternatieve inkomstenbronnen
Tegelijkertijd is het belangrijk om alternatieve manieren van levensonderhoud te bieden die de afhankelijkheid van palmolie verkleinen. Daarom ondersteunen Link-AR Borneo en Both ENDS de economische veerkracht van plattelandsgemeenschappen, door de handel in niet-houten bosproducten (Non-Timber Forest Products, NTFPs) te promoten.


We doen dit via het NTFP-uitwisselingsprogramma en ons Rich Forests-initiatief, die de noodzaak van gemeenschapsopbouw en empowerment, met name voor vrouwen, benadrukken om de rol van alternatieve, duurzame economieën voor plattelands- en bosbouwgemeenschappen te versterken. Tegelijkertijd werkt Both ENDS samen met lokale organisaties om ervoor te zorgen dat de bosgebieden waaruit de NTFPs afkomstig zijn op duurzame wijze beschermd, behouden en beheerd worden.

 

De problemen rond palmolie in foto's

verlaten rijstveld 700px

Verlaten rijstveld tussen de oliepalmen

 

vervuild water 700px

Chemicaliën van de plantage hebben het water vervuild

 

inkomsten smallholder 700px

De rekening van een palmolie-kleinbedrijf. Van de ruim 1,1 miljoen roepia aan bruto-inkomen (pendapatan kotor) die hij zou moeten krijgen in twee fasen, blijft na aftrek van alle kosten netto (pendapatan bersih) slechts 113 duizend roepia (ca. € 7,50) over

 

De oplossingen in foto's: NTFPs

handicraft 700px

handgevlochten producten

 

honingoogst-350px honingoogst2-350px

wilde honing oogsten hoog in de boom (l) en de 'imker' met zijn oogst op de boot (r)

 

honing 700px

wilde honing

 

 

Lees meer over dit onderwerp