Both ENDS

Nieuws / 8 november 2013

Dutch Good Growth Fund onder vuur

Vandaag wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over het Dutch Good Growth Fund, (DGGF) dat in 2012 in het leven werd geroepen onder Minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het fonds heeft als doel ‘ontwikkelingsrelevante handel’ te bevorderen: import en export die niet alleen goed zijn voor Nederland, maar ook voor de bevolking in de (arme) landen waar zaken mee wordt gedaan. Maar de vraag is of dat dat in de praktijk zo zal werken. Volgens Anouk Franck van Both ENDS ligt de nadruk in het DGGF teveel op handel en beperkt het zich teveel tot puur economische factoren. Dit blijkt ook uit het kritische rapport van ActionAid, SOMO Both ENDS waaraan zij meeschreef en dat zojuist is verschenen.


Waar debatteert de Kamer vandaag over?

In totaal zou voor de komende vijf jaar 750 miljoen euro vanuit het fonds beschikbaar moeten komen. Vandaag wordt vooral gepraat over de manier waarop het besteed zou moeten worden. Daarover verschillen de meningen nogal. ”Het fonds zoals dat nu is opgezet komt vooral het Nederlandse bedrijfsleven ten goede en het is allerminst zeker dat mensen in ontwikkelingslanden ervan zullen profiteren”, waarschuwt Franck. “De voorwaarden van het DGGF, bijvoorbeeld om er zeker van te zijn dat investeringen inderdaad goed zijn voor lokale bevolking en dat er geen mensenrechten worden geschonden, zijn niet goed uitgewerkt. Ze zijn vaag geformuleerd, leggen teveel verantwoordelijkheid bij bedrijven zelf en als mensen inderdaad schade ondervinden van de door het DGGF gesteunde projecten, dan kunnen ze niet bij een onafhankelijk klachtenmechanisme terecht met hun klachten.”

 

Handel belangrijker dan hulp

“In het gebied Suape in Brazilië bijvoorbeeld, wordt de zeehaven uitgebreid. Lokale gemeenschappen en de natuur ondervinden grote schade van onder andere de Nederlandse baggerwerkzaamheden in die haven, die via exportkredieten van Atradius DSB worden gesteund. Ons rapport laat ook zien dat de financiering van projecten vaak niet transparant is. Zo wordt in Laos via de Nederlandse overheid geïnvesteerd in waterkrachtcentrales, maar het is volstrekt onduidelijk hoe deze investering de arme bevolking in Laos verder helpt. De kans is groot dat de lokale bevolking bij de bouw van de centrales zelfs wordt gedwongen te verhuizen, zonder eerlijke compensatie.”

 

Deze voorbeelden laten volgens Franck goed zien wat er gebeurt als er eenzijdig naar het economische aspect van ontwikkeling wordt gekeken. Om daadwerkelijk ‘ontwikkelingsrelevant’ te zijn en arme mensen te bereiken, moet ook naar de sociale-en milieu-aspecten van ontwikkeling wordt gekeken, en de rol die de door het DGGF gesteunde projecten daarin kunnen spelen.

 

Hoe dan wel?

“Het belangrijkste is dat het DGGF transparant wordt en dat er altijd verantwoording wordt afgelegd over de te financieren projecten. Het moet voor iedereen van tevoren inzichtelijk worden wat voor soort projecten er wordt gefinancierd, zodat mogelijke misstanden op tijd kunnen worden gesignaleerd en voorkomen. Hopelijk wordt vandaag besproken hoe met dit fonds juist arme mensen kunnen worden bereikt en geholpen.”

 

Meer weten?

Rapport over Dutch Good Growth Fund

Artikel Volkskrant 8 november 2013
Artikel Viceversa Online 8 november 2013

Over voorbeeld Laos: Video 'Private Sector Development: a blessing or a curse?' (samenwerking Action Aid, SOMO en Both ENDS)

Over voorbeeld Suape


 

 

 

Lees meer over dit onderwerp