In verschillende landen in de Sahel heeft de lokale bevolking uitgestrekte stukken land hersteld door dat wat spontaan uit de grond komt te verzorgen, en jonge gewassen en bomen te beschermen tegen vee en andere gevaren.
GAGGA bundelt de krachten van de vrouwenrechten- en milieubewegingen om een wereld te realiseren waarin vrouwen toegang hebben tot hun rechten op water, voedselveiligheid en een schone, gezonde en veilige omgeving.
Both ENDS ontwikkelde een methode om gender kwesties te integreren in het beheer van natuurlijke hulpbronnen als land en water. Partnerorganisaties AMICHOCÓ in Colombia, ANCE in Togo en BARCIK in Bangladesh gebruiken deze methode sinds 2010 in hun werkgebied. Hoewel in deze en veel andere gebieden vrouwen hetzelfde werk doen als mannen, bestaat er nog geen gelijkwaardige zeggenschap over de productie en het beheer van hulpbronnen. De aanpak van Both ENDS is erop gericht het bewustzijn over man-vrouw relaties en het belang van gelijkwaardigheid te vergroten doormiddel van probleemschetsing en het toepassen van praktische oefeningen.
Hoe zou de wereld eruit zien als mannen en vrouwen overal dezelfde kansen kregen? Hoe zou het politieke spel gespeeld worden als de helft van alle wereldleiders vrouw zou zijn? Hoe zou ontwikkeling eruit zien als de natuurlijke hulpbronnen - waar mannen en vrouwen van afhankelijk zijn - voor beide groepen even toegankelijk zouden zijn en als vrouwen mochten meebeslissen over het beheer?
Op 6 november 2012 berichtte 'La Nation' over een workshop die door Both ENDS en partnerorganisatie JVE-Benin was georganiseerd. De workshop was bedoeld om beleidsmakers en NGO’s die actief zijn in verschillende stroomgebieden in Afrika bij elkaar te brengen en verder bekend te maken met de zogenaamde 'Negotiated Approach'. Professor Vijay Paranjpye van Gomukh Trust, een lokale organisatie uit India die aan de voet staat van de ontwikkeling van deze alternatieve benadering voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen, was aanwezig om de Afrikaanse afgevaardigden te inspireren met ervaringen uit de Indiase praktijk.
Overal in de wereld sluiten landen vrijhandelsverdragen met elkaar om toegang te krijgen tot buitenlandse markten. De lidstaten van ASEAN (Associatie van Zuidoost Aziatische Naties)* willen vanaf 2015 een gemeenschappelijke markt gaan vormen om de economische groei te bevorderen. Net als in de Europese Unie moeten goederen, diensten en personen vrij over de grenzen kunnen bewegen. Officieel heeft ASEAN zich ten doel gesteld om deze groei zo duurzaam, eerlijk en inclusief mogelijk te maken. Toch zullen in veel gevallen lokale gemeenschappen, die afhankelijk zijn van natuurlijke hulpbronnen zoals bossen, er de dupe van zijn.
Ongeveer één op de zes mensen, met name vrouwen, is direct afhankelijk van bossen voor hun levens en levensonderhoud, en dan vooral met betrekking tot voedsel. Dit laat zien hoe belangrijk bossen en niet-houten bosproducten (Non-Timber Forest Products / NTFP's) zijn voor de veerkracht van gemeenschappen. Deze producten zijn voor hen een bron van voedsel, water en inkomsten, maar hebben ook een culturele en spirituele betekenis.
Was de ontdekking van olie in Oeganda in 2005 een zegen voor de arme bevolking of blijkt het eerder een vloek? Inmiddels is wel duidelijk dat oliedelving door corruptie en verkeerd gebruik van natuurlijke hulpbronnen een grote bedreiging vormt voor mens en milieu. Frank Muramuzi van de Oegandese organisatie NAPE was 28 februari te gast bij Both ENDS in Amsterdam om te verhalen van de bedreigde meren in het Albertine olie rift. Een aantal westerse oliemaatschappijen heeft een vergunning om in en rondom Lake Albert olie te delven, met als resultaat onder andere grootschalige erosie. De angst bestaat dat Oeganda door gebrek aan regulering en wetgeving op dat gebied, net als vele Afrikaanse landen ten onder zal gaan aan de strijd om olie. NAPE, Both ENDS, IUCN NL en Friends of the Earth zijn als leden van de Ecosystem Alliance actief betrokken bij bescherming van dit gebied.
Voor kleine boeren in ontwikkelingslanden is het steeds moelijker om te concurreren met grootschalige landbouwbedrijven die de laatste decennia overal in de wereld de kop op hebben gestoken. Tot eind mei is in de stad Bacolod in de Filippijnen de tentoonstelling 'Sanlog!' te zien, waarin wordt geschetst hoe kleine inheemse bevolkingsgroepen hun natuurlijke omgeving op een duurzame manier benutten. De foto's en kunstvoorwerpen laten zien dat duurzame productietechnieken al eeuwenoud zijn en kunnen als inspiratie dienen voor de rest van de bevolking.