De Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB opereert haaks op het Klimaatakkoord van Parijs; in naam van de Nederlandse Staat blijft het investeringen in fossiele brandstoffen flink ondersteunen. Dat blijkt uit een rapport van Duits onderzoeksbureau Perspectives Climate Research (PCR), waarin de exportkredietverzekeraars van Nederland en die van Japan langs de Parijs-lat worden gelegd op het gebied van hun klimaatambities.
Vandaag is een brief, ondertekend door bijna 60 organisaties uit landen die te maken hebben met de gevolgen van fossiele brandstofprojecten of solidair zijn, naar de leden van de Tweede Kamer gestuurd. Aanstaande donderdag vindt in de Tweede Kamer een debat plaats over Nederlandse exportkredietverzekeringen en het beleid eromheen. De organisaties roepen Nederlandse politici en beleidsmakers op zich te verzetten tegen elke vorm van exportsteun voor fossiele brandstofprojecten die door Nederlandse bedrijven in het buitenland, met name in het mondiale Zuiden, worden uitgevoerd.
In oktober 2022 publiceerde de Nederlandse regering een beleid ter uitvoering van de COP26-verklaring waarin ze beloofde om de overheidsfinanciering voor fossiele-brandstofprojecten in het buitenland eind 2022 stop te zetten. Helaas zitten er in het voorgestelde beleid nogal wat 'mazen' die het voor de Nederlandse overheid mogelijk maken om nog zeker een jaar grote fossiele projecten in het buitenland te blijven steunen. Deze projecten lopen vaak jaren en zullen nog tientallen jaren een negatieve impact hebben op de landen waar ze plaatsvinden.
De landen en personen die het minste bijdragen aan klimaatverandering hebben het meeste last hebben van overstromingen, droogte en andere milieurampen. Wie komt voor hen op bij de klimaattop die van 6-18 november in Egypte plaatsvindt? En wat zijn de onderwerpen waar het écht over moet gaan?
Vorig jaar op de klimaattop in Glasgow, ondertekende Nederland, samen met 38 andere overheden en instellingen, de zogenaamde Glasgow-verklaring. Met de ondertekening van deze verklaring zegde Nederland toe om per eind 2022 te stoppen met nieuwe directe publieke steun voor de internationale fossiele energiesector. Deze toezegging moet echter nog worden waargemaakt.
Met deze brief roepen 20 maatschappelijke organisaties Nederland op om, voorafgaand aan de Export Finance for Future (E3F) Summit op 3 november, bekend te maken hoe de beloften in de Glasgow-verklaring zullen worden uitgevoerd. De E3F-top is een belangrijke en uitgelezen kans voor Nederland om samen met alle andere E3F-leden de toezeggingen die vorig jaar in Glasgow zijn gedaan, na te komen.
Het recente E3F-transparantierapport concludeerde dat Nederland in de periode 2015-2020 zes maal maal zoveel transacties verzekerde in de fossiele-brandstoffenindustrie als in de hernieuwbare-energiesector. Het ging om 3 miljard euro aan verzekerde transacties in de fossiele-energiesector ten opzichte van slechts 0,5 miljard euro in de hernieuwbare-energiesector. Dit toont aan dat stoppen met Nederlandse exportsteun voor fossiel essentieel is om Nederlands beleid in lijn te brengen met de toezeggingen in Glasgow en met het Klimaatakkoord van Parijs.
De Nederlandse overheid verzekerde in de afgelopen 10 jaar voor gemiddeld een miljard euro per jaar aan fossiele-energieprojecten. Dit blijkt uit recent onderzoek van Both ENDS. Eind vorig jaar sprak Nederland samen met 33 andere landen af om deze steun per eind 2022 te stoppen. De milieuorganisatie roept de overheid op doortastend beleid uit te werken en geen ruimte te laten voor uitzonderingen die de aarde met meer dan 1,5 graden opwarmen.
Both ENDS werkt wereldwijd met partners eraan de stem van gemeenschappen te laten klinken, die elke dag de gevolgen van onduurzaam financieel beleid voelen: klimaatverandering, milieuvervuiling, gedwongen verhuizingen. Al twee decennia vragen we daarbij aandacht voor een relatief onbekend financieel instituut: de exportkredietverzekeraars.