Vandaag maken drie vertegenwoordigers van de Hondurese organisatie COPINH en van de familie van de in maart 2016 vermoorde Berta Cáceres, bekend dat een aanklacht tegen de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO wordt voorbereid. In de aanklacht houdt COPINH de FMO medeverantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen rondom het controversiële Agua Zarca project.
Persbericht 29 januari 2015
Ontwikkelingslanden zeggen steeds vaker hun investeringsverdragen met Nederland op, omdat internationale bedrijven Nederlandse bilaterale verdragen (BIT's) vaak inzetten om deze landen aan te klagen. In meer dan 75% van de gevallen gaat het niet om daadwerkelijk hier opererende multinationals maar om zogenaamde brievenbusvestigingen, die handig gebruik maken van de Nederlandse verdragen. Dat blijkt uit het rapport “Socializing Losses, Privatising Gains” van SOMO, TNI, Both ENDS en Milieudefensie dat vandaag wordt gepubliceerd.
Op donderdag 29 november werden zeven verdachten van de moord op Berta Cáceres (in maart 2016), schuldig bevonden. De nabestaanden en leden van de inheemse mensenrechtenorganisatie COPINH waar Cáceres de leider van was, zien de uitspraak als de eerste stap richting rechtvaardigheid voor de moord op Berta Caceres en de erkenning dat het bedrijf DESA hiervoor mede- verantwoorelijk is. Ze wijzen er echter ook op dat het proces vanaf het begin doordrenkt was van corruptie, intimidaties en andere misstanden, en dat de opdrachtgevers van de moord nog steeds buiten schot blijven.
Nederland steunt de ontwikkeling van buitenlandse bio-industrie, waaronder een giga-kippenmesterij in Oekraïne. Dit blijkt uit onderzoek van Both ENDS en NECU (National Ecological Center of Ukraine) in opdracht van de Nicolaas G. Pierson Foundation (NGPF), het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren. Hun bevindingen presenteerden zij in het rapport Nederlands geld, Vreemd vlees.
Inheemse Hondurezen verzetten zich tegen de Agua Zarca-dam. De strijd heeft meerdere levens gekost, waaronder dat van Berta Cáceres. Na grote druk trok de Nederlandse FMO zich terug uit het project.
Both ENDS pleit bij de overheid voor het uitsluitend verlenen van exportkredietverzekeringen aan duurzame projecten die geen sociale- en milieuschade aanrichten in het land waar ze plaatsvinden.